Schuin voor mij aan de andere kant van het gangpad zaten een jongen en een meisje. Ze hadden hun tafeltjes opengeklapt. In het midden van de twee tafeltjes steunde een iPad op het driehoekige beschermflapje en tegen de rugleuningen van de stoelen ervoor. De jongen droeg zijn bruine haar naar voren. Dat zag je wel vaker bij jongens. Ze trokken een muts over hun natte haren en dan droogde het vanzelf zo op. Het meisje had lang blond haar. Ik dacht aan M die vandaag haar pruik kon ophalen. Misschien neem ik wel blond, had ze gezegd, altijd al eens blond haar gewild. Het stel keek een film. Af en toe zag ik beelden. Ik kende de film niet. Stations, tunnels en viaducten leverden het beste zicht. Maar die droogden op naarmate Rotterdam verder achter ons lag. Voorbij Dordrecht was er vooral daglicht. Dan keek ik naar drie horizontale strepen viezigheid. Ik gokte dat het de plekken waren waar de scharnierpunten van het beschermflapje het scherm raakten. Voorbij Breda leek de trein uit de rails te willen vliegen. De iPad zette de film op pauze. Ik zag een menu in het filmbeeld, de blauwe knopjes voor terug naar begin, play, door naar einde. De jongelui kwamen in beweging. Het meisje tipte met haar vinger op het scherm. Ze had een lange nagel. Die nagel tikte links van de play-knop. Het meisje sloeg haar hand voor haar mond en zei ‘ooh’. Toen moesten ze allebei heel erg lachen.