Bonus

preiIk legde een courgette en een prei op de zwarte band. De groenteboer is dicht op maandag. De vrouw voor mij legde een boodschappenscheidertje tussen haar en mijn boodschappen. Ze wees op een groot bord boven ons hoofd. Ik keek. Er stond een bonuskaart op. Hij zag er anders uit dan de kaart die ik in mijn portemonnee had. ‘Een nieuwe kaart,’ zei de vrouw, ‘daar kunnen de boodschappen toch nooit goedkoper van worden? Denk je eens in, miljoenen nieuwe kaarten. Die krijg je niet gratis, ook al ben je de grootste grutter. En dan moet er natuurlijk een nieuw systeem voor gebouwd worden, want al onze gegevens moeten erin.’ De vrouw leek goed op de hoogte. Overal waar ik had gewerkt, waren systemen grote kostenposten en meestal moest je je door vier fabrikanten worstelen voor je iets had wat werkte en wat voor maximaal vijftig procent kon waar je om gevraagd had. Ik zei: ‘Misschien gaat daarom de prei hier per stuk en niet per kilo.’ De vrouw begreep me niet. Ik pakte de prei. ’39 cent,’ zei ik. ‘Of je nu een dikke pakt of een dunne, altijd 39 cent.’ Ze knikte. ‘Ik zeg het je.’ De caissière haalde de boodschappen van de vrouw langs de scanner. De vrouw legde haar bonuskaart op het doorzichtige plaatje naast het pinapparaat. De caissière scande de bonuskaart. ‘Zal ik meteen een nieuwe geven?’ vroeg de cassière. Ze had lang bruin haar en kon niet ouder dan zeventien zijn. ‘Doe maar,’ zei de vrouw. Ze kreeg een kleine envelop. ‘Zal ik de oude gelijk weggooien?’ vroeg het meisje. De vrouw knikte. De oude bonuskaart verdween in een kartonnen doos naast de bureaustoel van het meisje. Toen ik aan de beurt was, zei ik: ‘Ik ben erg gehecht aan deze kaart.’ Het meisje zei: ‘Na december doet hij het niet meer.’ Het klonk als een dreigement. Met mijn prei en courgette liep ik over de parkeerplaats. De vrouw met de nieuwe bonuskaart gooide net de kleine achterklep van een grijze Mercedes sportcoupé dicht.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.