Ik keek naar Tegenlicht. Mijn broer had gezegd dat hij mij nog zou bellen en ik hoopte dat hij het niet zou doen tijdens Tegenlicht. Tegenlicht is zo’n programma waarbij je niet ook nog wat anders kunt doen: de krant lezen bijvoorbeeld of geld overmaken of een spelletje spelen. Je kunt gewoon geen woord missen. Dan kun je zomaar de pointe gemist hebben. Er zijn zenders waarop een voiceover voortdurend alles wat je ook al hebt gezien nog eens samenvat en herhaalt. Zulke programma’s doden je hersenen. Maar niet Tegenlicht. Het ging over de flitshandel op financiële beurzen. Het had helemaal niks meer te maken met de gezondheid van bedrijven van wie aandelen werden verhandeld. Het maakte niet uit wat er werd verhandeld. Aan de handel zelf werd verdiend. Een cent verschil hier, een cent verschil daar. Het ging om snelheid en volume. Als er maar heel veel werd verhandeld, werd een cent verschil, die in jouw zak rolde, ook heel veel. Slimme jongens schreven algoritmes. Er waren er in de VS hooguit tien die zoiets konden. Haim Bodek was er zo een. Hij was in laboratoria groot geworden, had als achtjarige Nobelprijswinnaars een handje gegeven. Zijn vader vroeg zich af of iemand zijn hersencapaciteit wel ter beschikking moest stellen aan de financiële wereld. Haim legde uit dat de mensen van het ‘domme geld’, en daarmee bedoelen ze in de financiële wereld pensioenfondsen en beleggingsfondsen, geen idee hebben of de prijs die ze betalen wel klopt. Die klopte natuurlijk niet. Haim legde het prachtig uit. Stel, zei hij, er is een Metallica-concert, en om zes uur zal de kassa opengaan. Je staat in de rij, er staan mensen voor je en achter je. Je ziet ook zwarthandelaren in die rij, die herken je aan hun identieke t-shirts. Als om zes uur de kassa opengaat, staan die zwarthandelaren plotseling helemaal vooraan en kopen alle kaarten op. Ze lijken in een nanoseconde geteleporteerd. De enige mogelijkheid om Metallica nog te zien is een kaartje kopen van de zwarthandelaar tegen een hele andere prijs dan die je aan de kassa zou hebben betaald. Waarom stond die concertzaal toe dat die zwarthandelaren als eersten de kaarten konden bemachtigen? En niet de trouwe fans? Het had alles met belangen te maken. De ene zwarthandelaar zorgde voor heel veel volume en daar had de concertzaal natuurlijk veel baat bij. De tweede zwarthandelaar was voor tien procent eigenaar van de concertzaal, een derde handelaar had niet zoveel van doen met deze poptempel, maar had weer een groot belang in een andere concertzaal. Beurzen waren allang niet meer in handen van effectenmakelaars die er baat bij hadden om nieuwe bedrijven naar de beurs te brengen waarvan de aandelen hopelijk voor goede handel zouden zorgen. Nee, beurzen waren nu in handen van investeerders die het geen bal kon schelen of kleine bedrijven via de beurs konden groeien, maar alleen belang hadden bij zoveel mogelijk handel, ongeacht in wat, volume zorgde voor de maandelijkse winst. Flitshandelaren die voor heel veel volume zorgden, hadden een streepje voor via zogenaamde ordertypes, iets wat in die algoritmes was toegevoegd en wat de beurssystemen herkenden. Ik zag een jongeman met een rossige baard en verlegen ogen die algoritmes had geschreven om te achterhalen wanneer het domme geld van de institutionele beleggers eraan kwam om het vervolgens in een donkere steeg met allemaal zakkenrollers een beetje af te romen. Hij was eruit gestapt. Omdat hij het vertrouwen in kapitalisme zoals hij dat met zijn collega flitshandelaren had opgebouwd, was verloren. Tijdens de flash crash van 2010 had hij op de handelsvloer om zich heen gekeken, naar een doctor in de bio-informatica, een ontwerper van halfgeleiders, een MIT-wiskundige, die net als hij hun enorme hersenkracht gebruikten om centen te verdienen in de flitshandel. We zouden kanker moeten genezen, de klimaatproblemen moeten oplossen, niet een fortuin zitten te verdienen, zei hij. Toen belde mijn broer. Tegenlicht duurde nog tien minuten. Ik aarzelde en nam op. Zijn vrouw was vandaag in het ziekenhuis gefilmd, zei mijn broer enthousiast, door een ploeg die een documentaire maakte over artsen die bijzondere dingen deden. Tegen kanker bijvoorbeeld.