Ik sneed brood, de kinderen draalden om de snijplank, ik gaf ze de keus tussen het donkere brood en het lichte maïsbrood en ze kozen allebei voor een stuk van het lichte brood. M maakte Shakshuka. Kerst was alweer twee en een halve week voorbij, maar wij gingen zo aan een verlate kerstlunch en dat vonden we allemaal best oké, want zo verlengden we die donkere feestdagen nog wat, wat moest je anders in die loze januarimaand, nu hadden we tijd, dat brood had ik een uur geleden nog gekocht, geen gedoe met dichte winkels en minstens een of twee dagen eerder al bedenken wat allemaal in huis te halen en je tussen volle supermarktkarren wringen. Lunch was ook nieuw, anders was het altijd een diner en R vroeg waar de tijd gebleven was van de negen gangen en de laatste gang van geflambeerde chocolade om vier uur ‘s nachts en dan na een uitgetelde nacht van veel mensen op een paar matrasjes zo door aan het ontbijt. M had haar haar weer terug, een prachtig kort donkergrijs koppie, ze ging het niet meer verven, zei ze. C verfde ook al een tijdje niet meer. Ze stak haar nieuwe leesbril in haar lange blonde haren. Ik moest mijn ogen ook eens laten meten.