Ik stond voor het cola-schap. Een literfles was goedkoper dan een klein flesje. Hoe kon je een kind de waarde leren van een klein beetje? Ik had maar een klein beetje cola nodig. Het was om het ophangoog dat op de hanglampstang zat vastgeroest, los te krijgen. De Hubo had zulke ophangogen niet. Ik keek naar het schap en wist plotseling niet of alle cola’s werkten, of ik dus ook cola light kon kopen, of cola van een B-merk. Thuis legde ik het ophangoog met een klein stukje stang er nog aan in een espressokopje en schonk het bruine vocht erbij. Ik verwachtte een bruisende explosie, waarna het metaal me blinkend toelachte, ik had zulke verhalen wel eens gehoord, maar er gebeurde niet veel anders dan wanneer ik een glas cola inschenk zonder dat daar iets vol roest in ligt. Ik was al de hele dag bezig met die lamp nadat ik ‘m gisteren al had ingesmeerd met citroen en vandaag met een papje van azijn, zout en bloem en daarna nog met een speciaal matje op de schuurmachine had gepolijst. Ik dacht het proces te snappen, de oxidatie, helemaal weg kreeg ik het niet, tenzij ik nog uren met dat polijstmatje op de schuurmachine in de weer ging, maar het was nu eenmaal een oude lamp en ik vond hem wel klaar en wilde hem ophangen, maar daarvoor had ik dus dat ophangoog nodig dat nu in de cola lag. Ik viste het iets minder roestige ding uit het espressokopje, klemde het in de bek van de waterpomptang en draaide met een kleinere tang, maar er gebeurde niks. Ik gooide het ding terug in de cola. Uit de lamp kwamen een zwarte, grijze en rode draad. Dat was oude taal voor het bruin, blauw en geelgroen van tegenwoordig, maar ook weer niet helemaal, want uiteindelijk bleek rood de aardedraad en moest ik het zwart en grijs verbinden met het zwart en blauw uit het plafond en dat kon ook omdat R een uurtje na mij ook wat had gefröbeld met de waterpomptang en toen was het gelukt met dat oog en kon ik het op de nieuwe schroefdraad draaien. In de naar beneden wijzende glazen kappen draaide ik spaarlampen, ook bij mijn vader had maar in drie van de zes kappen een lamp gezeten, een spaarlamp, een heldere gloeilamp en een melkglazen gloeilamp, toen dacht ik direct aan zuinigheid, maar nu zag ik dat zes lampen de kamer heel erg ongezellig zouden maken. Ik moest zuinigheid vervangen door gezelligheid.