Reis

treinIk hoorde de man zeggen: ‘Ze is vervreemd, niet alleen van mij, van iedereen.’ Hij zei het niet hard, zachtjes zelfs, maar ik hoorde het toch, hij zat in het vierzitje voor mij, met zijn gezicht naar mij toe. Het was nog vroeg, ik twijfelde of dit al een werkgesprek was: had een mens zin om al voor acht uur een opmerkelijke collega te bespreken? Toen zei de man, die er duidelijk niet veel zin in had, in dit gesprek: ‘Hé, jij gaat lekker paardrijden met de honden en dan hebben we het er nog wel over.’ Even dacht ik dat het ging werken, die zin, ik zag het lijf van de man al een houding aannemen, zo van, ik kan het toestel van mijn oor halen en in mijn broekzak stoppen, maar we hadden het allebei mis. De andere kant, een vrouwenstem, babbelde op volle snelheid door. De man nam weer een luisterhouding aan, ik zag hem echt zijn best doen, na een poosje zei hij: ‘Ze heeft een hardheid, een onbenaderbaarheid.’ Vervolgens luisterde hij weer heel lang, en al kon ik niet verstaan wat de vrouw zei, aan het tempo en de opgewondenheid hoorde ik dat dit nog heel lang kon doorgaan. Toen haalde de man diep adem en zei: ‘Ik hoef het allemaal niet te weten. Jij gaat nu lekker paardrijden met de honden.’ Dat eerste zei hij zuchtend, dat tweede als een opgewekte aansporing. Het werkte. Tot slot zei hij: ‘Dag.’ Dat hoor je niet vaak meer. Gewoon dag als afscheidsgroet. Toen ik na nog een treinreis weer bijna thuis was, zag ik de buurjongen beteuterd op het hoekje staan. Ik vroeg wat er was. Hij keek de motorrijder na, die veel te hard en stuntend op een achterwiel voorbij was gereden. ‘Dat is toch niet normaal,’ zei hij. ‘Stel dat daar iemand was overgestoken?’ Hij wees naar de zebra. ‘Waarom is er geen politie om hem aan te houden?‘ Het klonk mooi, aanhouden, uit de mond van het rossige kereltje van misschien acht jaar. Thuis zette ik thee, ik had trek in iets, ik dacht aan een handje walnoten, maar toen ik de la opendeed zag ik stroopwafels, die waren overgebleven van gisteren toen er bezoek was, en ik dacht aan de man die ik een gevulde koek had zien kopen op het station en even later legde ik een stroopwafel op de beker warme thee.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.