Kijken

euromastIk volgde de vinger van de jonge vrouw op het vluchtplan. Ze zei: dit is niet het leukste onderdeel van de uitleg, maar we moeten het even doornemen. Als er brand boven ons uitbrak, moesten we de groene bordjes volgen en met de trap naar beneden. We zaten op 112 meter hoogte. Als er brand beneden ons was, moesten we buiten verzamelen op het platform en zou de sprinklerinstallatie de brand blussen. Ze wees naar de buizen aan het plafond van de hotelkamer. Ik nam het voetstoots aan. Deze kamer heette Heaven, de andere heette Stars. Het waren de enige twee kamers. Tot tien uur ‘s avonds was het platform open en konden er mensen voor de ramen langs lopen en vanaf tien uur ‘s ochtends kon dat ook weer. Maar daar tussen, in de donkere uren, was het platform van ons en van de andere gasten in Stars. Het was niet het beste weer om ver te kijken, maar ‘s avonds was het helder en baadde de haven in een feest van lichtjes, en verbeeldde ik mij dat ik kon kijken tot aan de nieuwe Maasvlakte en Den Haag. In ieder geval voelde het machtig, je eigen stad onder je voeten te zien liggen. Tijdens het diner vroeg ik R of hij een beeld had van de hemel, niks concreets zei hij, hooguit bewustzijn en dat kwam overeen met wat ik deed in de roman, zelfs woorden als lopen en kijken vermeed ik. We waren net te laat terug om nog met de Euroscoop naar boven te gaan, naar 185 meter, maar het was niet erg, dat kon morgenvroeg weer. Ik liep een rondje op 112 meter en dacht aan het gedicht Cool van J.A. Deelder, dat ik aan het begin van dit uitstapje had gefotografeerd op station Coolhaven, toen ik nog niet wist dat deze Mast de bestemming zou worden: Haven of heaven / scheelt maar één letter / Vandaar dat Coolhaven / voortaan Cool-heaven heet / en de hemel voor het eerst / in de historie voor iedereen / direct per metro bereikbaar is.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.