Regen

vrijheidIk ontdekte het ‘s middags. Dat er twee verschillende vuilniswagens ons buurtje aan doen. Ik zou het niet geweten hebben als die dichtregels niet op de flanken stonden. Hoe hou je vuilniswagens uit elkaar? De ‘Verbindt wie zoekt / met wie liever niet herkend wil worden‘ deed ‘s ochtends de straten verderop, daar waar ze bezig zijn met de riolering. ‘s Middags reed in mijn straat de ‘Zijn jullie een boom in bloei? / Van welke bloem zijn jullie?’ Het was dezelfde wagen als vorige week, toen had ik alleen boom en bloei onthouden. Je kon natuurlijk denken: waarom pakt die ochtendwagen ook niet even onze straat mee, maar achter veel dingen zat een systeem, iedere straat had zijn hoeveelheden afval en die wagens reden zo dat ze met een bijna volle wagen terug konden naar de afvalverwerking. Ik denk trouwens dat je beter vuilnismannen dan economen kunt raadplegen als je wilt weten hoe het met de crisis is. De dichter van de middagwagen heette Eugène Savitzkaya. Het was al de hele dag regenachtig en koud. Ik las in Jan Brokkens Mijn kleine waanzin. Daar was ik aan begonnen na De vergelding. Ook Mijn kleine waanzin speelt zich af in Rhoon. Ik dacht: nu ik toch in die contreien bezig ben, lees ik maar even door. Da’s ook een soort systeem. Over zijn broer schrijft Brokken: ‘Hij ging geschiedenis studeren, die lange les in ‘s mensen slechtheid’; en over zijn opa: ‘Zelfs van het scheren maakte hij een teder ritueel. […] Hij haastte zich niet: als alle zachtmoedige mensen zag hij in haast een vorm van agressie.’ Dat deed de hersens kraken en warmde zo’n druilerige dag ook weer.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.