Ik zwom in een zee van boeken. Deze plek was eigenlijk veel beter dan de vorige lokatie, de vloerbedekking was een vondst, tapijttegels in allerlei kleuren en motieven. Misschien waren er restpartijen opgekocht, saai beige en grijs en lichtblauw, lekker goedkoop, maar ook citroengeel, korenblauw en bloedrood, en koninginoranje en tegels met kunstige motiefjes en iemand was gaan puzzelen en had die tegels in een prachtig patroon over die enorme vloer geweven. Heel veel jaren geleden had ik hier ook wel eens gestaan, toen was het nog een bank en lag er kantoorbreed grijs op de vloer, ik wilde geld wisselen voor buitenlands geld, zo lang geleden was het, ik moest heel lang wachten, er waren maar een paar bureaus in die enorme zee waaraan klanten geholpen werden, wat er aan al die andere bureaus gebeurde kon ik niet ontcijferen, er zaten mensen aan in kantoorkleren, ze schoven papier, ze aten een boterham, ze buurtten aan elkaars bureaus, ik zat in die tijd ook in zo’n papieren tijger met bureaus papier te schuiven, de computer deed net zijn intrede. Het zou allemaal verdwijnen, deze keurige banen, en hier waren ze al verdwenen, het pand stond al jaren leeg en nu hadden de boeken er onderdak gevonden, het was lekker druk, een Twentse jongen zei tegen zijn vriend dat hij van zijn leven nog nooit zoveel boeken bij elkaar had gezien. Aan een kleine vrouw die bij de winkel hoorde vroeg hij naar Lord of the Rings deel 2, hij zag wel deel 3 staan, hij vermoedde dat deel 2 er dan niet was, en om zonder deel 2 gelezen te hebben al in deel 3 te beginnen leek hem niet handig. De vrouw wist alles en liep met hem mee, en ook mijn vraag kon ze beantwoorden en ze trok het boek zo uit de kast, het waren Japanse verhalen, voor het eerst dat er zoveel Japanse schrijvers in het Nederlands vertaald waren, en even later zag ik de Twentse jongen met een boek bij een kassa staan.