Ik vroeg de groentevrouw wat ze me kon aanraden. Ze wees naar het doosje snijbonen op de toonbank. Rentenaars, las ik op het kartonnen bordje, 2,99 euro per half pond. Ze lagen keurig in slagorde, de groene huid oogde aaibaar, ik vermoedde een oud ras. Ik vroeg of ze nog wat anders wist. Ze stelde postelein voor. Ik zei: doe maar een pond, en toen ze die had afgewogen, zei ik: doe ook maar een half pond snijbonen. En daarna vroeg ik om een mooie tak Tasty Tom, dat vond ik de lekkerste tomaten. Altijd dacht ik dan even aan de zoon van goede vrienden. Ik moest het hem eens zeggen dat ik zeker twee keer in de week aan hem dacht, vanwege de tomatennaam. Thuis maakte ik de snijbonen schoon, sneed ze in stukjes en bracht ze aan de kook. Op de laptop bekeek ik Google Analytics. Met mijn nieuwe website kon dat nu. Wat ik zag was een soort NSA en AIVD samen: 105 keer was mijn website mobiel via een Apple iPad bekeken, twee keer via een Huawei smartphone, Samsung was met vijf typen smartphones marktleider, iets meer mannen dan vrouwen lazen mijn blogs, jongeren waren in de meerderheid, maar dat kon ook komen omdat zij het geen probleem vonden hun ziel en zaligheid bekend te maken aan Google. Ik zag de providers die mijn lezers gebruikten, uit welke landen ze kwamen, er waren zelfs sessies vanuit El Salvador, Mexico, Brazilië. Ik sneed een uitje, een paar tenen knoflook, ik bakte ze glazig, deed er een blik fijngesneden gepelde tomaten bij en medina-kruiden en liet de boel lekker sudderen. Ondertussen waste ik de postelein, sneed ze fijn en vroeg me af of ik dit allemaal wel wilde weten over de bezoekers van mijn site. Toen de rentenaars gaar waren, liet ik de postelein slinken in het tomatenprutje. Op het eind deed ik de snijbonen erbij. Met rijst erbij was het erg lekker. Hoeveel lezers heb je? vroeg R. Da’s een hele goede vraag, zei ik.