Ik liep over het plein dat ooit het bruisende hart van dit deel van de stad had moeten worden met een bioscoop, horeca, straatfeesten. Ik hoorde er al jaren niks meer van. En dat zou zo blijven. De wet had de stadsdeelbestuurders afgeschaft en nu was er niemand meer die met behulp van deze tegelvlakte zijn onsterfelijkheid zou willen realiseren. Links langs een strakke rooilijn drie kantoorblokkendozen, rechts de wand van een parkeergarage, daartussen een paar duizend vierkante meter tegels in een rechthoek met aan de stationskant grote bloembakken die als vliegende schotels waren neergedaald naast de haringkar die straks in de herfst zijn plek zou afstaan aan de oliebollenkraam. Uit de eerste blokkendoos had ik wel eens een bruidspaar zien komen, dat monter het troosteloze plein op paradeerde met een fotograaf, maar of er nu nog getrouwd werd, kon ik niet zien. In de laatste blokkendoos ging ik in september een nieuw paspoort ophalen. Dat gebeurde vroeger in de tweede blokkendoos, maar omdat Rotterdam een deal met bouwers heeft dat het altijd wat vierkante meters in een nieuwe kantoorkolos betrekt, zaten de paspoorten en rijbewijzen in die later bijgebouwde toren, waarvan overigens alle hoger gelegen verdiepingen te huur stonden. Toen ik hier kwam wonen zat onderin de tweede blokkendoos naast de paspoorten het arbeidsbureau met een speciaal loket van uitzendbureau Start en balies voor beroepsopleidingen. Ik was er in die tijd wel eens geweest, na mijn studie en geen idee wat te gaan doen. ‘Kom binnen voor werk en scholing’ stond er op de ramen. Na een paar jaar verdween die uitnodiging, net als het arbeidsbureau en Start en de omscholing en heette het CWI en kwamen er logo’s op de ramen, nog weer een paar jaar later trok UWV bij CWI in en ook de sociale dienst kroop erbij en toen heette het Werkplein en was het een soort winkel voor vacatures en uitkeringen. Een paar jaar geleden, misschien viel het samen met de crisis of met het ministerschap van Sociale Zaken van Henk Kamp die zei dat mensen zelf verantwoordelijk waren voor het hebben van werk, niet de overheid, was plotseling alles wat met werk te maken had eruit getrokken; alleen de sociale dienst was nog over. En nu was ook die weg. Misschien had ik iets gemist, en was bijstand, net als banen, ook iets wat iedereen zelf moest organiseren en had ik allang iemand zonder geld onder mijn hoede moeten nemen. Kredietbank stond er nu boven de ingang. De ramen waren beplakt met de skyline van de stad. Er ging niemand naar binnen, er kwam niemand uit. Het hele plein was trouwens erg leeg.