Ik vond de Libanees op internet, gewoon door Nevern Square en Restaurants in te typen. Op Tripadvisor lieten mensen de meeste reviews na. Op de kaart die verscheen, verkleinde ik het gebied en toen dook de Libanees bovenaan op. De mezzes waren inderdaad verrukkelijk, het was bovendien gezellig druk, zowel binnen als op straat. Toen we bezig waren met de laatste wijn uit de fles, kwamen een jongen en een meisje binnen, daarna een moeder en vader en daarachter nog een jochie. De grootste tafels waren voor vier, een stoel erbij op de kopse kant leek logisch, maar de grond was in deze stad extreem duur, dus was de zaak efficiënt ingericht en ging zo’n vijfde stoel de doorgang blokkeren. De ober en de eigenaresse overlegden, de moeder wendde zich met een glimlach tot ons: Big family is always a problem. Ze ging in lang soepel zwart gekleed en had een zwarte doek om haar hoofd, maar niet al te strak om haar gezicht. Wij zeiden dat drie toch niet veel was. In deze stad wel, zei ze. Wij moesten toegeven dat in ons land de vrouw gemiddeld 1,7 kind kreeg, even keek ze verbaasd, toen snapte ze het en lachte. De bazin draaide twee tafels een kwartslag, de vrouw in zwart nam plaats en we spraken, haar man zei in gebrekkig Engels dat we veel met haar moesten praten, met ons kon ze Engels spreken. Maar de ober vond de oplossing niet goed, het belemmerde de loop nog steeds. Ik had allang gezien wat de beste oplossing was, de eigenaresse stelde die nu ook voor. Bij onze tafel voor vier kon zonder problemen een stoel erbij, wij waren klaar op die restjes wijn na, die konden we makkelijk aan een leeg tafeltje opdrinken. De vrouw in zwart wilde niet dat haar probleem het onze werd, maar wij zeiden dat er geen probleem was, de man van het gebrekkige Engels bood ons eten aan. Het jammere was dat we nu te ver uit elkaar zaten om nog met elkaar te praten. Ik zag dat de vrouw dat ook spijtig vond. De volgende dag bekeek ik de vrouwen in zwart extra goed, maar haar zag ik niet meer.