I am fine

tauberbachIk zat klaar op rij zes stoel veertien voor Tauberbach. Over de titel had ik vooraf niet nagedacht. Ik lees liever na afloop over een voorstelling, zoals ik ook liever pas ná een eerste bezoek aan een stad de reisgidsen lees. Bij de schouwburgingang had een aardige jongen mij een A4-tje in de hand gedrukt en dat leek me geen kwaad kunnen. Ik las dat de regisseur zocht naar bewegingen die ontstaan wanneer dansers ‘kruipen in dat stukje van hun hoofd waar de beschaving nog geen vat op heeft gekregen’. Dat klonk goed. Verder las ik dat zijn uitgangspunt een documentaire was over een schizofrene vrouw die in Brazilië op een vuilnisbelt leeft, die ‘in bijna onmogelijke omstandigheden toch met waardigheid probeert te (over)leven’.  ‘I am fine,’ zegt Elsie de Brauw, die de vrouw speelt, op het podium vol oude kleren, waar onder, op, tussen, in en boven vijf dansers haar medebewoners dansen. Vanaf de eerste seconde geloofde ik de vrouw en na anderhalf uur geloofde ik haar nog meer op die klerenbelt waar de muggen onophoudelijk zoemden en het er ruw en rauw en vies en liefdevol en zonder veel woorden aan toeging. Ik hoorde muziek van Bach gezongen door doven, wat de titel verklaarde, en ik wist dat ik zo weinig wist van de wereld buiten die kleine van mijzelf.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.