Risico’s

etalagepopIk las het in memoriam van Ulrich Beck, de Duitse socioloog die in 1986 brede bekendheid verwierf met Risikogesellschaft. Het boek gaat over het falen van de industriële maatschappij om de door haar geproduceerde risico’s te beheersen: Tsjernobyl, gekkekoeienziekte, allemaal normale ongelukken, geen excessen. Toch beschouwde Beck niet zozeer de fysieke maar de ‘sociale explosiviteit’ van de moderne vooruitgang als het grootste gevaar in onze samenleving, waarin het niet langer gaat om de verdeling van welvaart maar om de spreiding van risico’s, en waarin niet meer de vraag naar sociale rechtvaardigheid centraal staat maar die naar veiligheid. Ik maakte kennis met het werk van Beck toen ik aan het begin van deze eeuw onderzoek deed naar werkende armen in Nederland en een collega Becks risicosamenleving verbond met Archie Bunker uit All in the family: de archetypische mopperaar die het ondanks keihard werken niet goed lukt zijn gezin van de modernste luxe artikelen te voorzien of op te klimmen op de maatschappelijke ladder. The American Dream haperde al in de jaren zeventig en Archie en Edith Bunker bezongen hun heimwee naar vroeger in ‘Those where the days’. Nu was vroeger ook niet alles: klasse, gezin en geslacht waren allesbepalend. Beck betoogde dat dat goeddeels verdwenen is en vervangen door de arbeidsmarkt als allesbepalende factor voor maatschappelijk succes waarvoor al heel vroeg keuzes gemaakt moeten worden over de juiste basisschool, middelbare school, vervolgopleiding, vrienden, waarna, eenmaal aan het werk, je voortdurend in competitie bent met ongeveer gelijkwaardige collega’s. Continu in de etalage om vooruit te komen. Volgens Beck is niet iedereen in gelijke mate in staat om voortdurend die juiste, cruciale keuzes te maken. Hoe triest ook voor die mensen en hun kansen op dit moment, het stelde mij gerust dat lang niet iedereen het talent heeft een perfecte etalagepop te zijn.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.