Ik hoorde de vader van de bruidegom zeggen: ‘Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf.’ Hij had dit duidelijk vaker gedaan, iets voorlezen uit de bijbel. Ik vond het direct een fijne tekst. Je hoefde je ook geen zorgen te maken over wat je zou eten of drinken of aantrekken. Ik had die ochtend beslist even nagedacht over wat ik zou aantrekken. Een jurk en ongemakkelijke schoenen – ik ging naar een bruiloft –, of een feestelijke broek met makkelijkere schoenen – het was koud en het werd een lange dag. Maar zorgen, nee, die had ik niet gehad. Ik keek rond in de kerk die wat weg had van een schuur, maar dat paste prima in Barneveld, en vroeg me af hoeveel zorgen de mensen om me heen hadden gemaakt. Ik zag veel mooie kleren. Daarna aten we en dronken we en weer later aten en dronken we opnieuw. Toen het donker was staken we gelukslantaarns aan, iemand zei dat dit nummer 1 was onder de brandveroorzakers, we keken de kleine ballonnetjes vol warme lucht na, ze dreven hoog, we zagen niks oplaaien, hoorden geen sirenes. Dit was een zorgeloze dag.