Ik had nog twee pastinaken uit de groentetas. Het bruidspaar zaterdag had ook een groentetasabonnement gekregen, van studievrienden. Ze aten veganistisch, om iets goeds te doen voor de wereld. Dus ook geen eieren. Al bazuinden ze dat niet rond in hun woon- en werkplaats Barneveld. Ik vond een mooi recept in de kookbijbel en ging naar de winkel voor zoete aardappel, ahornsiroop en kappertjes. Bij de groenteboer liggen de zoete aardappelen in een kistje naast de keuken. Maar de groenteboer is dicht op maandag. Bij de grootgrutter kamde ik de groenteafdeling uit. Ik was al onderweg naar de supermarktmanager toen ik op een grote tafel zakken vol zoete aardappel zag. Ze doen deze weken iets met producten voor mensen zoals ik. Thuis had ik gegoogled of ahornsiroop echt nodig was, of dat een halve eetlepel honing ook kon. Maar het sap van de esdoorn werd geroemd om zijn rijke smaak en was in dezelfde hoeveelheid als suiker een derde minder slecht. De ahornsiroop stond niet bij de suiker en de agavesiroop. Ik schoot een manager aan. Die liep naar de azijnen, in zijn oude supermarkt stond het daar. Een jongen die langs liep, zei: ahornsiroop staat bij de bijzondere producten. Ik zei: gelukkig zijn er klanten. Toen ik naar huis liep, stond het meisje dat op de heenweg tegen de plataan leunde met haar hand bij haar oor (al zag ik geen telefoon en hoorde ik haar niet praten), nu tegen een lantaarnpaal. In dezelfde pose. Ze stonden alledrie scheef: de boom, de lantaarnpaal en het meisje.