Memory

memoryIk trof het. De zaterdagkracht van wie ik vermoedde dat ze blij was dat ik de beloofde boerenkoolpizza nooit meer voor haar had gemaakt en die inmiddels een volleerd kenner van ruggen en loskneder van onwillige spieren is, was vandaag voor het laatst en hielp mij. Om haar nek hing een gouden plak met nummer 1. Ze dacht dat ze niks anders had gedaan dan gepraat en getrakteerd en handen geschud en geknuffeld. Van wie de Valentijnskaart met uitnodiging tot het samen eten van Ben&Jerry’s ijs afkomstig was, zou onopgehelderd blijven, dacht ze, al had ze vandaag alle mannen extra in de gaten gehouden. In een enorme taartdoos wees ze haar vriend aan, die samen met haar in marsepein bovenop de resten van een slagroomtaart figureerde. Ze had om hem heen gesneden, zei ze; ik ging niet zo ver dat ik haar dwong alsnog het mes in hem te zetten en pakte een stukje notentaart. Haar collega’s hadden een memoryspel laten maken: groentezaakscènes, aardbeien, boerenkool, collega’s met taart, collega’s met babies, collega’s bij de weegschaal. Goed bewaren, zei ik, als je vierennegentig bent, kun je dít in ieder geval nog feilloos spelen. Ze dacht tegen die tijd ook de codes nog te kunnen opdreunen: 588 voor paranoten in pure chocola bijvoorbeeld. De groentevriend zat nog in de ontkenning: hij somde de drie zaterdagen tot aan de zomer op waarop ze zou terugkomen om bij te springen. 392, vroeg hij. Grapefruits? Fout, zei hij. Ze toetste het in. Op de weegschaal verscheen ‘ik vind jou lief’, en kostte 1 cent. Je eerste baantjes zijn de mooiste, zei ik. Ze knikte. Toen ik hier begon, zei ze, at ik nog geen drie sperziebonen, nu eet ik er zeker tien.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.