Ik koos onder, vond een vrij tweezitje, voor mij drie meiden in een vierzitje, ze spraken hard, eentje maakte met haar telefoon een filmpje van de vrouw schuin tegenover haar aan de andere kant van het gangpad, de meiden deden alsof ze iets bekeken en dat deden ze ook, ze bekeken een vrouw die onzeker was over wat er aan de andere kant van dat gangpad gebeurde, de meiden zeiden er dingen bij als: ‘die is dus echt vet saai,’ en: ‘nog nooit gelachen, ik zweer het je, dat zie je,’ veel verder kwamen ze niet, dan moesten ze alweer lachen. Een paar seconden later speelden ze dat filmpje af, met het geluid hard, de teksten en het gelach kwamen nog een keer langs. Bij Gouda gingen ze eruit, de vrouw en de man die tegenover haar bleek te zitten maar die ik tot nu toe niet gezien had, slaakten een zucht van verlichting, bekloegen zich zachtjes over de voeten op de stoelen, de luide stemmen, ‘je zou ze maar tot Enschede naast je hebben’, ‘asociaal, asociaal’ bleef de man herhalen. Toen ik het gezicht van die vrouw op de telefoon van dat meisje zag, een seconde nadat ik was ingestapt, ik stond nog, hing mijn jas op, had ik heel even overwogen mijn telefoon te pakken en de camera aan te zetten en die meiden te gaan filmen. Maar ik deed het niet.