Ik stopte Spoetnikliefde van Haruki Murakami in mijn tas. De logés van een week geleden, die in Japan waren geweest, hadden het me gegeven. ‘Een totaal andere leeservaring dan westerse literatuur,’ zeiden ze. Ik was blij met het boek en benieuwd. Ik liep naar de metro en onderbrak het lezen een paar keer: om over te stappen, om een snuffelmarkt te bezoeken, waar ik boeken kocht, en poffertjes, en waar R aan de slag was. Een boekenlegger had ik niet bij me, maar dat gaf niks. Het onthouden van het bladzijnummer was een goede geheugentraining. Anderen deden dat gelukkig ook, zoals de man die er getuige van was hoe een grote grijze auto zijn trekhaak in de achterflank van onze geparkeerde auto duwde, de automobilist had even omgekeken en was toen weggereden. 50-PN geheugentrainde de getuige de eerste vier tekens van de kentekenplaat. De dames van de nabijgelegen Sober & Sjiek schreven de waarneming op een blaadje en stopten die onder onze ruitenwisser. Ik legde de boeken in de gehavende auto. R zou ze straks meenemen. Ik was inmiddels op pagina 54 van de prachtige Japanse roman en had nog geen bevreemdende ervaring.