Ik kon kiezen uit roze tompoezen of een moorkop. ‘Van de buren gekregen.’ Hasan wees naar links. Ik dacht even aan die chagrijnige banketbakker met die halflege zaak en die hautaine medewerkers en slechte chocolaatjes voor acht euro, maar die zat vanuit Hasan bezien rechts, hij bedoelde natuurlijk Bakker Klootwijk. De jonge collega van Hasan die vorige week zo’n moeite had mijn achternaam te spellen ging theewater koken. Ik moest de vaatwasser nog afrekenen. Jonge knullen hadden de oude meegenomen en de nieuwe erin gezet. Tussendoor hadden ze nog met Hasan gebeld – met af en toe woorden in een taal die ik niet kende, vrijdag als de nieuwe koelkast kwam zou ik ze vragen welke taal –, omdat de vaatwasser die Hasan had aanbevolen toch iets kleiner zou zijn, iets minder hoog, en ik wilde dezelfde grootte als de oude, die was groter dan standaard, en dat was fijn, kon je flink laden voor je een keer hoefde te draaien. En dat scheelde weer energie. En nu ik definitief zonnepanelenboer zou worden – de crowdfunding was geslaagd – had ik de koorts te pakken. Met de nieuwe koelvrieskast bespaarden we 276kWh per jaar, met de nieuwe vaatwasser naar verwachting 106kWh. Was het zinvol om toch nog een nieuwe batterij in mijn laptop te zetten in plaats van het ding altijd maar aan het lichtnet te hangen, à raison van 60W per uur, al snel 125 kWh per jaar tegen de helft of een derde bij een keer per dag of per twee dagen opladen. Ik vroeg Hasan hoe het kon dat een enkeling op internet de koelkast voor 100 euro minder aanbood. ‘Tja,’ zei hij, ‘die hebben geen winkel, rekenen soms veel geld voor het inbouwen of zijn al tevreden als ze maar 20 euro verdienen op het schuiven van dozen.’ Want dat deden die stunters, dozen schuiven, wat er in die dozen zat, interesseerde ze eigenlijk niet, geen service. Ik dacht aan Joris Luyendijk die onlangs op de radio zei dat Nederland bekend stond als een oppervlakkig land, een van de minst intellectuele ter wereld, heel bedreven in het schuiven van dozen en containers van A naar B. Ik sneed de roze tompoes in stukken, at met mijn vingers. ‘Doe de groeten aan uw man,’ zei Hasan.