Vorig jaar zomer stond ik met een goede vriend op de Utrechtse Muntbrug. Stoere jongens sprongen in het water. ‘Een halve eeuw geleden was zo’n sprong dodelijk,’ zei de goede vriend. Hij wees naar de grote gebouwen langs het kanaal. ‘Daar maakten ze verf, daar olie- en sojaproducten. Alles ging zo het water in, en de lucht.’ Nu huisden er woningen, scholen, culturele centra, kleine bedrijfjes; langs het water groen en fiets- en flaneerpaden. Zijn halve leven deed de vriend onderzoek naar wat steden en regio’s aantrekkelijk maakt. ‘Al het ongezonde is uit de stad verdwenen,’ zei hij. ‘Alleen de auto is nog over.’ Volgens het Compendium voor de Leefomgeving (een samenwerkingsverband van het Planbureau voor de Leefomgeving, het CBS en de Universiteit Wageningen) telde Nederland eind 2013 7,92 miljoen personenauto’s; 17 procent daarvan zijn diesels, oftewel 1.346.400 auto’s. Volgens de Europese organisatie Transport & Environment voldoet slechts 1 op de 10 nieuwe diesels aan de Europese emissienormen. Ik neem aan dat die score voor oudere dieselauto’s niet beter is. Dan stoten alleen al in Nederland 1.211.760 dieselpersonenauto’s (veel) meer uit dan we gezond achten. 1,2 miljoen auto’s, 15 procent van het personenwagenpark. Het schijnt gemiddeld 300 euro per auto te kosten om dieselauto’s zo te bouwen dat ze wél aan de emissienormen voldoen.
Over tien jaar:
- zal Winterkorn c.s. zeggen dat hij graag excuses had willen aanbieden aan de wereldbevolking voor zijn moedwillige aanslag op hun volksgezondheid, maar dat niet mocht van de juristen van Volkswagen;
- zal oud-minister Schultz zeggen dat het vasthouden aan die verhoogde maximumsnelheden – ‘omdat het zo goed ging met de emissiereducties in de autoindustrie’ terwijl in iedere bureaula van haar ministerie het tegendeel te vinden was – louter tot doel had het weerspannige electoraat weg te houden bij de PVV;
- zal TNO zeggen dat ze het Nederlandse volk geen inzage kón geven in haar publiek gefinancierde rapporten met daarin alle automerken en typenummers die feitelijk van de weg gehaald zouden moeten worden, omdat haar doel in 2015 was ‘om kennis toepasbaar te maken voor bedrijven en overheden’, en dus niet voor burgers, en verder: dat ze ten aanzien van haar missie (‘de concurrentiekracht van bedrijven en het welzijn van de samenleving duurzaam versterken’) geheel in de tijdgeest van de welhaast panische zoektocht naar economische groei had gekozen voor de bedrijven en even niet voor het welzijn van de samenleving.
Met de kennis van 2025 zou iedereen het in 2015 natuurlijk anders hebben gedaan. We namen ons plechtig voor om de sluipmoordenaar nooit meer in een ver vreemd land te zoeken. Gewoon even uit het raam kijken, dat zouden we voortaan doen.