In Sandro Veronesi’s XY uit 2010 komen nabij het afgelegen Noord-Italiaanse bergdorp San Giuda elf mensen om het leven, alle door verschillende oorzaken, alle op hetzelfde tijdstip. Omdat het gebeuren volstrekt onverklaarbaar is – wetenschappelijk, met de rede – komen Justitie en de regering na veel tijd en onduidelijkheid met een officiële verklaring: een terroristische aanval uit islamitische hoek, met elf slachtoffers, en een gekidnapt meisje. De pastoor van het bergdorp die als eerste op de rampplek aanwezig is, weet dat de officiële lezing lariekoek is: ‘Dat die lezing werd geaccepteerd in de Grote Wereld verbaasde me niet. Wat moet iemand die zijn leven doorbrengt voor een scherm anders geloven dat de dingen die hem worden gezegd vanaf dat scherm? De doden, de gruweldaden en het verdwenen meisje waren reëel, het waren feiten, en die hadden zo ontzettend veel onrust, angst en frustratie gezaaid dat niemand, verdoofd door de tv, zou hebben durven twijfelen aan wat er werd beweerd door de overheid. Bovendien, gezien het klimaat van internationaal terrorisme, leken de militaire geheimen en de staatsgeheimen gerechtvaardigd, en werd het zelfs aannemelijk dat de officiële versie zo laat, zo onvolledig en zo onwaarschijnlijk was: we gaan heus de vijand geen handje helpen door hem op de hoogte te brengen van wat we ontdekt hebben. Nee, ik verwachtte niet dat iemand in de Grote Wereld zou twijfelen aan dat wat werd gezegd.’ Gloednieuw lag XY in de ramsj, 6,90 euro.