Alhoewel Alzheimer niet direct dodelijk is, had een val, een gebroken heup, een ziekenhuisopname die niet helemaal vlekkeloos was verlopen, toch nog heel vlot het leven van onze overbuurman beëindigd, zo zouden we straks tussen de regels door in en rondom de kerkzaal horen. Maar eerst kwam de overbuurman nog voorrijden in de straat, in een extra lange lijkwagen met een dubbele set deuren. Voor wie wilde kon bij de kist zitten. Zijn dierbaren volgden hem in twee auto’s. De uitvaartondernemer had voor rouwstoetvlaggetjes gezorgd: zwarte driehoekjes met drie witte horizontale strepen op een witte plastic stok geklemd tussen de portierramen. Onwillekeurig peinsde ik van welk land de vlaggetjes konden zijn. Wij gingen te voet, net als onze buren, de buren van het zijpaadje kwamen met de fiets. De zoon, tevens onze overbuurjongen, man eigenlijk, met kamer aan de straatzijde, vertelde dat hij en zijn zus vroeger in het weekend graag bij hun ouders in bed kropen en dat zijn vader daar dan binnen de kortste keren een slagschip op woeste golven van maakte.