Ik had lang geaarzeld maar toen toch maar het zwaarste wapen ingezet en haar vader gebeld. Prompt had ik contact. ‘Nu is papa boos,’ appte ze. ‘Is dat erg?’ vroeg ik. Zij: ‘Ik hou er niet van als mensen boos op me zijn.’ Ik: ‘Alleen mensen die van je houden, worden soms boos. Ik geloof trouwens niet dat hij boos is, hij is bezorgd. Alleen mensen die van je houden, verspillen hun energie aan zorgen maken.’ Ze ging mailtjes maken. Elke keer als ze een mailtje klaar had waarnaar ik moest kijken, stuurde ze een appje. ‘Mail’ stond er. En dan ging ik op mijn laptop in de mail kijken, deed een suggestie, verbeterde een taalfout, drukte op ‘Versturen’ en appte ‘mail’. We hadden een heel stuk whatsapp dat alleen maar bestond uit ‘mail’ ‘mail’ ‘mail’ ‘mail’ ‘mail’. Ik ben razend benieuwd hoe een historicus over driehonderd jaar deze conversatie uitlegt.