Nederlander

nooteboom‘Hoe wordt men een Europeaan?’ begint Cees Nooteboom in 1991 zijn rede De ontvoering van Europa. ‘In de eerste plaats door er een te zijn, en dat kan met bereiken door bijvoorbeeld in Nederland geboren te worden. […] Nederlander worden is eenvoudiger dan men denkt. Wie bereid is, in de personen van zijn voorvaderen, de zee terug te dringen, het land droog te leggen, zich in de middeleeuwen door Bourgondiërs te laten regeren, zijn hertogdommen en graafschappen al op een zeer vroege datum in te ruilen voor een aantal gewesten en die dan te verenigen tot de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, wie tachtig jaar oorlog wil voeren met Spanje en eilandenrijken aan de andere kant van de globe wil koloniseren en over een aantal resterende monopolies zeeslagen wil leveren met Engelsen die de rancune over elke verloren slag eeuwen later nog bewaren in uitdrukkingen als double Dutch, Dutch uncle en going Dutch, wie zich vervolgens als hernieuwde Bataaf door een broer van Napoleon tijdelijk in een Franse droom van imperiale grandeur wil laten voegen en zich honderdveertig jaar daarna vijf jaar door Duitse legers plat wil laten walsen en al die tijd is doorgegaan met rekenen, haring eten, handeldrijven, de grond droog houden, en godzijdank ook schilderen, het uitvinden van microscopen en slingerklokken, het polijsten van het zeerecht en het herbergen van Europeanen van zeer verschillende afkomst die uit hun eigen paradijzen verdreven waren; wie, ten slotte, bezeten is van goede bedoelingen met de rest van de wereld en die ook à tort en à travers wenst door te zetten omdat hij ervan overtuigd is dat hij de wereld beter kent dan de wereld zichzelf omdat hij zijn kennis omtrent de wereld in lange eeuwen vergaard heeft als inkoper, verkoper, bestuurder en slachtoffer; wie dus tegelijkertijd de last op zich wil nemen van heel erg klein en een klein beetje groot te zijn, die is Nederlander.’ En dat bracht me weer bij de Syrische arabiste en schrijfster van soaps Araa al Jaramani (1975; sinds 2014 in Nederland, verblijfsvergunning voor vijf jaar, woonachtig in Sassenheim) die in Trouw van 12 maart zei: ‘Als ik de kans krijg om hier een dramaserie te schrijven […] dan gaat de soap over de 15de-eeuwse Jacoba van Beieren, gravin van Holland. Ze was trots op haar vaders pracht en praal, en droomde ervan diens rijk uit te breiden tot aan Frankrijk, waar ze door uithuwelijking de kroonprinses van was. Ik zal haar filmen in haar mooie jurk, te paard door de Nederlandse groene velden. Dan vertel ik over de dood van Jacoba’s eerste man als ze nog maar 16 is, over wat zij meemaakt om haar troon terug te krijgen, hoe ze lijdt tussen de hoge natte kerkermuren, hoe ze ontsnapt aan de gevangenis en hoe ze ten slotte als vroege dertiger aan tbc sterft in Teylingen. Jacoba van Beieren is de gravin die iedere keer als ik langs het kasteel in mijn woonplaats loop, van achter het raam naar me zwaait. Ik zie dat ze geen toeschouwer meer wil zijn, maar zich mengen onder het volk.’

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.