Halfgeleider (2)

dienstWe hadden mijn vaders dienstkameraad wiens brieven ik herlas een keer bezocht, lang geleden. Hij woonde aan de andere kant van het land, liet ons de oude smokkelpaden in het bos zien. En de grens, dan wees hij naar een bos of een veld. De enige grens die ik kende had slagbomen, obstakels, wachthuisjes en mannen in groene uniformen met geweren. Misschien vroeg ik wel vol ongeloof: dus je kunt zomaar de grens oversteken zonder dat er iets gebeurt? Zonder dat een man met geweer op de rug in een paspoort koekeloert en Wilhelm tegen mijn broer zegt? (Altijd hetzelfde grapje). Misschien heeft de dienstkameraad gezegd: kom maar, ik herinner me hem als een aardige man, en hebben we het gedaan, onze voeten in het andere land gezet en leerde ik toen dat grenzen uitsluitend in onze hoofden bestaan, lijntjes getekend door mensenhanden op door mensenhanden getekende kaarten. Er was een hartelijke vrouw van wie we hele grote stukken vlaai kregen, een jongen die iets ouder was dan mijn broer, een jonger zusje. Acht of tien was ik, onmiddellijk verliefd. Later kwamen ze een keer bij ons. Ik klikte Facebook open, tikte de naam van de jongen die iets ouder was dan mijn broer – modern speurwerk vergt tegenwoordig niet veel meer dan een vingertop en internet (en semiconductors, maar dat wist ik op dit punt in het verhaal nog niet) –, kreeg een lange rij treffers, voegde de plaats toe waar ik die bossen had gezien en die vlaai had gegeten. Eén treffer bleef over. Alleen die achternaam: zijn vader schreef consequent een k, zelfs op de trouwkaart stond het zo, hier las ik een c. Ik bekeek zijn vrienden. Daar was zijn jongere zusje, daar zijn oudere zus, de foto’s onmiskenbaar. De leeftijd klopte. Ik stuurde een berichtje.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.