De NRC-correspondente Caroline de Gruyter duidde maandagavond in Nieuwsuur de Oostenrijkse presidentsverkiezingen. Ze had de onafhankelijke kandidaat en winnaar Van der Bellen in een debat ongeloof aardige dingen over Europa horen zeggen, iets wat volgens haar geen politicus in Europa meer durft te doen, zeker niet degenen die alleen nog maar luisteren naar hun spindoctors. Verder beschikte Van der Bellen over droge humor, de zaal had een paar keer helemaal plat gelegen, en was hij een man die graag het grotere geheel in de gaten houdt en de ramen open. Jongeren hadden veel meer op Van der Bellen gestemd dan op Hofer. Terwijl, voegde De Gruyter toe, Van der Bellen 72 is en de rechts-populistische tegenkandidaat Hofer midden veertig, ‘minder rimpels, en Van der Bellen rookt nog als een ketter’. Dat jongeren niet van grijze, wijze, eigenzinnige ouderen zouden houden is een wijdverbreid misverstand (zie ook de opgetrokken wenkbrauwen van sommige journalisten over de grote steun van jonge, vrouwelijke kiezers voor Sanders in de VS). Wie opgroeit met ouders die je beste vrienden willen zijn, je muzieksmaak delen en je kledingkeuze, die zo ver gaan dan ze de onbenullige vlogjes van jou serieus nemen op Facebook, die snakt ernaar het landsbestuur in handen te leggen van een wijze, autonome oma of opa die in niets lijkt op henzelf (en dus ook niet op hun ouders).