Emmen

atlas2016Het was de dag dat Emmen weer onderaan eindigde en Amsterdam bovenaan. En dat alle journalisten weer naar Emmen afreisden en dat Emmenaren mochten vertellen hoe leuk ze Emmen vonden en dat die onderzoekers ‘die natuurlijk allemaal in de Randstad wonen’ er niks van begrepen. In de marge mocht een enkeling nog iets zeggen over de hoge werkloosheid en de treurnis van sommige Emmense wijken waar vrijwel niemand werkte. Zondag zou ik op de radio Bjorn Soenens horen, hoofdredacteur van het Journaal in België. ‘Feiten en statistieken,’ zei hij, ‘dat moeten journalisten brengen. Geen meninkjes en gevoelens. Met dat laatste dragen ze bij aan een verstoord beeld van de werkelijkheid.’ Inderdaad verzuimden de meeste berichten over de nieuwste Atlas voor Gemeenten om uit te leggen wat de definitie van ‘aantrekkelijke stad’ is en dat de Atlas niet zomaar een enquête of beauty contest is. De Atlas-onderzoekers kijken naar wat mensen feitelijk doen. Waar mensen graag wonen, zie je bevolkingstoename en stijgende huizenprijzen. Dat kun je gewoon meten. Dat kijk je of dat kunt verklaren. Er is een zeer sterke relatie tussen de beschikbaarheid én bereikbaarheid van banen en de plek waar mensen graag wonen. In gebieden waar veel banen voorhanden zijn én binnen acceptabele reistijd bereikbaar, zie je een voorkeur voor steden met een historische binnenstad, goede culturele voorzieningen, een groen buitengebied onder handbereik (dat was nog niet zo lang geleden anders, toen die binnensteden nog vies en onveilig waren en er weinig geld was voor de historische rijkdom van de binnenstad; beleid helpt dus). Ik sprak een van de onderzoekers. Hij had in Maastricht gestudeerd, woonde nu in Utrecht, werkte in Rotterdam, zijn vriendin werkte in Gouda. ‘Op één na is niemand van mijn studiegenoten in Maastricht gebleven, iedereen is teruggegaan naar de Randstad.’ Diezelfde berichten hoor ik over Groningen. Door een toeristische bril kun je Maastricht en Groningen geen onaantrekkelijke steden noemen. En toch trekken jonge mensen er na hun studie massaal weg, omdat mensen in het dagelijks leven geen toeristen zijn, maar werk nodig hebben om van te leven. Bovendien kijken mensen naar de kansenrijkdom: één baan is niet meer genoeg op de markt van flexcontracten, startups, die het ene jaar beloftevol zijn en het volgende jaar ter ziele, en faillissementen die we een kwart eeuw geleden voor onmogelijk hielden. Je kiest een strategische woonplek daar waar de banenvijver rijk is voor zowel jou als je parner. Dat je huis duur en klein is, dat je nauwelijks naar een beter huis kunt verhuizen omdat het onbetaalbaar is, dat je voor dat geld in Emmen twee of drie keer zoveel vierkante meters kunt krijgen, neem je voor lief. Dat hadden journalisten eruit moeten pikken. Ze hadden gewoon hun gezellige straatinterviewtjes kunnen doen door in willekeurige plaatsen mensen te vragen: zou u naar Emmen willen verhuizen? Misschien was er zelfs tijd geweest voor de vervolgvraag: ‘waarom dan niet?’

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.