Ik draai aan een altijd-prijsrad en win een kiwitasje. De vrouw met de groene kiwi-jas legt uit dat vrouwen vaak iets leuks zien, dat kopen en dan geen tas bij zich hebben. In de stoffen kiwi die ze in mijn hand legt zit een tasje. Ze zegt: als je het tasje uit de kiwi haalt blijft de kiwi aan één hoek hangen. ‘Heel leuk,’ zegt ze. Als ik dat niet wil, kan ik dat kiwihoesje naar binnen duwen. Zie je er niks van. Ik heb al twee van zulke tasjes, een groene en een gele. Ik zeg er niks van. Ook niet dat ik een vrouw ben die nooit zonder opvouwbaar tasje op pad gaat, die overigens ook zelden zomaar iets leuks ziet. Ik zeg gewoon ‘dank u wel’.