Ik vroeg hoe laat we weg moesten. R zei: ‘Ik heb je een berichtje gestuurd.’ Omdat ik hooguit één keer per dag mijn mail bekijk, had ik niks gezien. Ik had zitten rekenen en tekenen. Ik was uitgekomen op een kastje van 50 centimeter breed, 33,3 hoog, 33,3 diep. Een verhouding van 1,5 staat tot 1. Ik heb een groot schrift met vijf millimeter ruitjes en daar teken ik alle projecten in, ik moet zien wat ik heb bedacht, in de exacte verhouding. Rekening houdend met de dikte van het hout zag ik dat ik alle benodigde panelen uit de OSB-plaat kon halen die ik nog over had van een eerder project en die in het hok staat van de verwarmingsketel waar alle restanten van projecten staan. Het was kwart over drie, tijd zat, ik reed met de plaat van 172 x 60 centimeter naar de Hubo, wat ik net zo goed had kunnen lopen, en keerde met een stapel van zeven plankjes huiswaarts. De kunst werd om de plankjes zonder zichtbare schroeven aan elkaar te krijgen. Inmiddels was het bijna tijd, ik deed mooie kleren aan, het restaurant had een ster. Buiten was het heel koud, in de metro aangenaam, de lichtjes zaten overal in de bomen, het warenhuis, het enige nog in de stad, had groot uitgepakt met veel groen en een enorme lichtboom hoog in de lucht, alleen de sneeuw ontbrak nog. Het restaurant was ondanks de ster oké en het theatermenu werd vlot geserveerd en was heel erg goed. Hooguit kon je denken: waarom is het personeel niet net zo strak en kwalitatief hoogstaand gedresseerd als het eten? Daarna hoefden we maar binnendoor te lopen naar de hotellobby en dan was het een kwestie van de straat oversteken naar het theater. Heel lang waren er plannen geweest om het theater af te breken, maar daar hadden artiesten tegen geprotesteerd en nu was de zaal nog zoals die er al veertig jaar uitzag. Er zat alleen een nieuwe schil omheen. ‘We leven nog niet in een dictatuur,’ zei ik, ‘protest helpt.’ We zaten op de loveseat van Waardenberg & De Jong. Op het podium een enorme opengesperde mond met uitgestoken tong waarop de cabaretier liep. In de bovenkaak zaten achttien tanden en kiezen. Ik liet mijn tong langs mijn tanden en kiezen gaan en telde en telde, maar kloppen deed het niet.