Stel je voor dat je iets wilt opschrijven en je klemt de pen niet tussen duim en wijsvinger – bijvoorbeeld omdat je boerenkool hebt gesneden en meer dan dat – maar tussen duim en middelvinger, dan gaat die dik ingepakte wijsvinger die nu helemaal niks hoeft te doen, liever niet zelfs, gewoon meedoen, als een vaandel in de wind. Zelfs de allerkleinste spieren helemaal in de top waar dat mes zo soepel doorheen ging, denken dat ze nog verantwoordelijk zijn voor het vormen van de letter l of k of w. Klem ik de pen tussen duim en ringvinger dan neemt de neiging van de wijsvinger om mee te doen af. Tussen duim en pink lijkt de interesse verloren, maar is het handschrift ook het beroerdst. Overigens bewees op het moment suprème de waarde van vroeg ingeprente verhalen zich. Ik had een opa die net als zijn broertjes hier en daar stukken vinger miste, gevolg van kleine jongens op een boerderij die elkaar hielpen met hout hakken. Toen mijn opa, die toen nog lang geen opa was, maar gewoon een kwajongen, in het ziekenhuis kwam, vroeg de dokter waar de afgehakte stukken waren. ‘Die waren tussen de rondscharrelende kippen gevlogen,’ zei mijn opa altijd smakelijk. Met de vinger in de mond had ik al een paar keer naar het lapje vlees op de snijplank gekeken. Hoe het er weer op te leggen? Tot R thuis kwam, de snijplank bekeek en zei: ik zie een stukje nagel. Toen wist ik wat voor en achter was. Eigen vlees is altijd het beste, zei de huisarts op de huisartsenpost, die wel trek had in boerenkool waar de vorst overheen was gegaan. Het was vrijdagavond half acht. Ze hoefden niks meer te doen, nou ja, hechtstripje erop en zo’n rolletje verband eroverheen, zoals je dat leert bij EHBO, eerst in de lengte een paar keer heen en weer en daarna pas de vinger omwikkelen. Bij de balie van de huisartsenpost achter dik glas waar ik me had moeten identificeren, maar als ik liever wilde gaan zitten was dat ook goed, hing een prijslijst: telefonisch consult 95 euro, consult 220 euro. Voor deze prijs hadden R en ik eerst iemand aan de telefoon gehad die mijn bsn-nummer opzocht in een systeem, mijn verhaal aanhoorde en beoordeelde dat ik mocht komen, er was een goed geoutilleerd gebouw op tien minuten rijden waar de verwarming brandde, waar ze wisten dat ik kwam, waar ik als eerste aan de beurt was, waar ik op een professioneel bed mocht gaan liggen, waar een assistente handschoenen aantrok voordat ze mijn vinger ging schoonmaken, waar een piepjonge huisarts in opleiding haar kennis mocht uitproberen (hechten? Dat gaat niet op een nagel, maar misschien de rest wel? Nee, veel te pijnlijk en onnodig. Thetanusprik? Waarom? Het mes was schoon, de boerenkool biologisch, patiënt had alle inentingen als kind ontvangen), waar een bedaagde huisarts, die zo weggelopen leek uit zo’n Engelse plattelandsdokterserie, zijn ervaring overdroeg, zodat de jonge vrouw straks een goede huisarts kon worden, waar de hechtstrip uit een steriele verpakking kwam evenals het verbandrolletje, waar ik met gerust hart weer weg kon om een uurtje later dan gedacht alsnog boerenkool te eten.