In de film A Hustlers Diary gaat de vader met de kleine Metin een boom planten. Plant een boom, schrijf een boek, krijg een kind, zegt de vader, dan kun je rustig sterven. Dat was 1999, nu is het 2016. Metin is inmiddels begin twintig, woont in een troosteloze buitenwijk van een Zweedse stad, rommelt in de criminaliteit, steelt containers met daarin namaakhorloges en brengt die met zogenaamde originele dozen naar de lommerd, om er cash voor te krijgen. Metin schrijft zijn belevenissen op in een zwart notitieboek, dat toevallig in artistieke handen valt, een uitgever biedt hem een contract. Na afloop van de film vraagt R: ‘Heb jij nog nooit een boom geplant?’