Ik zette het blikje drie uur lang in water dat kookte. De wikkel liet al na een minuut los. Ik maakte een foto van het ontwikkelde blikje, stuurde die rond met het onderschrift ‘de voorbereidingen zijn begonnen’. Daarna liet ik het blik heel lang afkoelen. Het stond zo nadrukkelijk in het recept, over dat afkoelen, zeker drie uur, dat ik zelfs toen het alweer een eeuwigheid op kamertemperatuur was, ik nog verwachtte dat bij het lostrekken van het deksel de inhoud eruit kon knallen. (Pas later zou ik lezen dat je nooit een blikje met treklipje moest gebruiken, omdat daarvan het deksel tijdens het koken kon open knallen.) ‘Wat al het mislukt is?’ vroeg R. Dan kon ik nog snel naar de winkel lopen, nog zo’n blikje kopen, de inhoud in een pannetje gieten en met wat boter en suiker verwarmen. Kwestie van 15 minuten. Pas toen ik het blik opende, geloofde ik dat het blik vol gelige, mierzoete ingedikte melk omgetoverd was in een blik vol smeerbare karamel. Op internet las ik dat scheikundigen ook nog steeds niet helemaal goed begrijpen wat er precies allemaal gebeurt met sucrose onder invloed van warmte. Dat stelde gerust.