Een tijdelijke paal met een geel bord waarop in een blauw vlak een witte P en in een wit vlak de tekst Verboden te parkeren. Eronder een sleepwagen die een auto wegtakelde. Iemand had zijn rode omafiets met prachtig bijpassend kettingslot aan de paal vastgezet. Logisch. Op de hele Coolsingel waren de fietsbeugels met roodwitte linten afgezet met een niet-parkerenblaadje eraan. Schuin achter de fiets op de stadhuistrappen hief een gezelschap de champagneglazen op een kersvers bruidspaar. Ze zouden het niet zien, liefde verblindt, maar op het tegenoverliggende plein rolden de tanks, glimmend in een waterig zonnetje. Alleen al met het blote oog telde ik er dertig, ieder goed voor duizend liter, en dan telde ik de zeker honderd fusten tussen de twee Hoegaarden bierwagens dichtbij de Lijnbaan nog niet mee, en ook niet de inpandige voorraden van de talloze tenten, de enige die kennelijk wel brood zagen in morgen. Mannen met dikke nekken overlegden over de beste plekken voor de mobiele tappunten. Op de radio had ik iets gehoord over een alcoholverbod, supermarkten in het centrum mochten morgen geen alcohol verkopen, zoiets, maar dit plein was duidelijk geen supermarkt. Dertigduizend liter bier. Toen ik terugliep naar de Coolsingel hadden de tanks het Monument voor alle gevallenen 1940-1945 van Mari Andriessen al bijna helemaal aan het zicht onttrokken. Zowel feesten als oorlogen kennen winnaars. Hier waren dat in ieder geval Heineken, Hoegaarden, Toussaint Evenementenservice, Peitsman licht en geluid, Homan generatorenverhuur. De trambaan droeg vandaag geen trams, maar honderden manshoge hekken die vanavond of vannacht het strijdtoneel zouden gaan afbiezen. Voor het oude postkantoor was de afvoerplek voor gewonden en krijgsgevangen al afgehekt. Vorige week zondag waren de kapsters hals over kop dichtgegaan, maandag was een loze dag geweest vanwege de mogelijke huldiging, niemand durfde een afspraak te maken, en nu waren ze morgen sowieso dicht en maandag zouden ze volgens een brief van de gemeente vanaf circa twee uur weer open kunnen. ‘Wat denken ze’ zei Stacey, ‘dat personeel en klanten hier kunnen komen als er honderdduizend stijfdronken mensen de stad aan het verlaten zijn?’ Vier verloren dagen. ‘Misschien Feyenoord even een briefje schrijven,’ opperde ik. Donner was morgen ook dicht, een lezing over Willem Elschot was tot nader order uitgesteld, maar vandaag ging alles nog gewoon door. Jan van der Putten, de oude rot die jarenlang in Latijns-Amerika correspondent was geweest, en nu al weer jaren over China schreef, gaf een lezing over zijn nieuwste boek Botsende supermachten. China en Amerika op ramkoers? Er is een patroon in de geschiedenis, zei Van der Putten, en Thucydides was de eerste die het beschreef naar aanleiding van de opkomst van Athene en de angst bij de zittende macht Sparta, wat leidde tot de Peloponnesische Oorlog. Sinds 1500, stelt de auteur, is het zestien keer voorgekomen dat een zittende wereldmacht te maken kreeg met de opkomst van een nieuwe macht, twaalf keer raakte de zittende wereldmacht bevangen door angst en mondde dat uit in een grote oorlog. Alles wees erop dat China de VS economisch voorbij zou gaan streven, maar of dat ook militair ging lukken en qua invloedssferen in de wereld viel te bezien. Een opkomende macht is niet uit op oorlog. Alles hangt af van de zittende macht – Trump, de VS – en hoe die zijn emoties weet te beteugelen. Niemand die het wist. Buiten had het geregend. Mannen van de gemeente knipten de rode fiets los en laadden die op hun wagen.