Sociale dienst

Via de mail en de telefoon hadden we al veel met elkaar gesproken en nu gingen we elkaar dan eindelijk zien: Z’s jongerencoach C en Z en ik. Liep het bij DUO niet van een leien dakje ook bij de gemeente kende het proces veel hobbels, misverstanden en gebrek aan kennis. Twee dagen geleden had C me gebeld. ‘Ik heb niet zo’n fijn bericht,’ zei ze. Haar collega van inkomen was er niet mee akkoord gegaan dat de overgang van uitkering naar studiefinanciering per 1 september zou zijn. Er lag een signaal, of een onderwijsovereenkomst, ik weet het niet precies. Er was in ieder geval recht op studiefinanciering per 1 augustus en dan mocht de inkomensconsulent daar niet van afwijken. We wisten het trouwens ook al. Z had zaterdag brieven gekregen. ‘Wij stoppen uw uitkering. De reden hiervan is: U ontvangt inkomsten uit WSF.’ Studiefinanciering bedoelden ze. Nou was dat niet waar, want we hadden net alles omgezet naar 1 september, dus die studiefinanciering ontving ze nog niet, die zou pas eind september gaan komen. Als tweede reden noemde de briefschrijver: ‘Hiermee heeft u voldoende inkomsten om de kosten van levensonderhoud zelf te betalen.’ Dat was een lieve gedachte. Wie wilde niet dat het leven zo goedkoop was dat je van een basisbeurs van 268,59 euro de huur, energie, zorgverzekering, eten, kleding, lesgeld, internet en telefoon kon betalen? Bij die 268 euro kwam misschien nog een aanvullende beurs van 359,41 euro, maar dat zouden we pas ergens in december weten. Bij elkaar kon het 628 euro worden, zeker niet niks, maar ook zo goedkoop was het leven niet. Als eerste moesten we bij DUO alles weer terug zetten naar 1 augustus. Tegen C had ik al gezegd dat ik dat niet meer ging doen. De strijd om de vorige wijziging was me niet in de koude kleren gaan zitten. C kwam ons ophalen in de wachtruimte van het Jongerenloket. Ze hing al in de wacht bij DUO. Nee, ook zij had geen directe ingang, vroeger wel, maar nu niet meer. Ik weet niet of het een troost was dat C net zo lang in de wacht hing als ik. Eerst kregen we Martijn aan de lijn. We legden de situatie uit. We moesten gewoon even in Mijn Duo wat wijzigen. Ook Martijn was niet op de hoogte. Ik legde Martijn uit dat we geen weken de tijd hadden om eerst weer de opleiding per 1 september eruit te gooien om vervolgens precies diezelfde opleiding er weer in te zetten, maar dan per 1 augustus. Om dan een week te gaan wachten tot ook de rest goed stond. En de vorige keer dat ik dit had gedaan, was het niet goed gegaan. Ik zei dat alle mutaties er voor vrijdag in moesten, zodat maandag alles er goed in zou staan, inclusief alle bedragen van de studiefinanciering, inclusief het recht op het reisproduct. Martijn ging ons doorverbinden, want hij mocht niks wijzigen, of kon dat niet, het was belangrijk dat de student dat zelf deed, zei die. We wachtten. Toen kregen we Dafne. Dafne wilde mijn verhaal niet helemaal geloven, maar ze zei: ‘Doe de wijzigingen, ik kijk met jullie mee.’ Wij deden de wijzigingen in Mijn Duo. Ik vertelde haar wat zij moest doen. De studiefinanciering goed zetten, het reisproduct. Wanneer kwam de eerste betaling? C vond het een goede vraag. Dafne zei: ‘We kunnen een spoedbetaling doen. Is dat nodig?’ Ja, Dafne, dat was heel hard nodig, daarvoor hingen we nu al een uur met DUO aan de lijn. Ondertussen gaf C ons haar verklaring die we weer nodig hadden voor de aanvraag aanvullende beurs bij DUO. Ook maakte C de aanvraag voor de individuele studietoeslag in orde. Die regeling had ik zelf op de website van de gemeente gevonden, C kende hem niet. Of dat een gift werd of een lening was afhankelijk van wie erover ging beslissen. Daar had C geen invloed op. Ook de inkomensconsulenten zag ze niet meer, sinds die waren verhuisd naar een ander pand. Ze had zelfs geen rechtstreeks nummer meer, alles ging per mail, een antwoord op een vraag duurde in de regel twee dagen. Dan was er nog de collectieve gemeentelijke zorgverzekering. C had te horen gekregen dat einde uitkering ook einde van die zorgverzekering betekende. Ik zei dat dat niet kon. Z zou nog meer minima worden dan ze al was, dus zou ze er gewoon in moeten kunnen blijven. Voor Z was het een breekpunt en dat begreep ik. In deze verzekering geen verrassingen van eigen bijdragen en eigen risico. Geen hoofdbrekens of je wel of niet met je kwetsuur naar de dokter kon vanwege de vraag of je dat die maand kon betalen. Na twee uur praten, regelen en doen bij C wandelden we weer naar buiten. ‘Even lopen’ zei Z. Ze wreef over haar heup, haar been. ‘Wanneer ben jij ook alweer bij Aboutaleb op de thee geweest?’ vroeg ik. Met haar klas was ze voor de vakantie op het stadhuis geweest. De burgemeester had verteld over zijn komst naar Nederland als vijftienjarige, zijn weg door de scholen van LTS naar MTS naar HTS. ‘Hoe zo?’ vroeg Z. ‘We gaan hem een brief schrijven,’ zei ik. ‘De burgemeester moet weten wat er in zijn stad en zijn gemeentelijk apparaat gebeurt.’  ‘Neeeee,’ zei Z. Altijd als ik dit soort voorstellen doe, lacht ze heel mooi.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.