Airplane

In de NRC van dinsdag schreef Maxim Februari over de toekomst die tegenvalt, althans volgens bepaalde mensen in technologische kringen. Ze vinden de vooruitgang een beetje teleurstellend. Ze mijmeren over de negentiende eeuw waarin nog gedroomd werd over de mens die vloog op een veredelde, automatische bezemsteel. Maar in plaats van zelf te vliegen staan we anno 2017 op onze sokken in de rij voor de beveiliging op het vliegveld. Volgens de een ligt het aan een gebrek aan investeringen, volgens een ander zijn mensen te snel tevreden en doet het kapitalisme ook niet meer wat het moet doen. Er zijn er die hun hoop vestigen op kunstmatige intelligentie. Ik dacht aan maandag toen ik op op mijn rug lag, de handen van mijn gestrekte armen omklemmen ergens achter mijn hoofd twee palen. Mijn knieën zijn gebogen, mijn voeten staan plat op een mat in twee lussen waaraan veren die weer verbonden zijn met de palen. Dan: knieën naar de borst, gerinkel van de veren die hun spanning verliezen. De eersten die dit opgevouwen pakketje verlaten zijn de onderbenen die zich strekken en de tenen richting het plafond laten wijzen, die op hun beurt het lijf meenemen tot het als een kaars naar boven wijst. Alleen hoofd en bovenste kwart van de romp liggen nog in beginpositie. Nu is het zaak het opgerichte deel van het lijf in deze kaarsrechte toestand te houden, waarvan de lont, de tenen, een schrapende beweging gaat maken over het denkbeeldige plafond. Het helpt om die tenen van je weg te denken. Reiken, zegt Renate altijd. Nooit denken aan vallen, al is het resultaat van dat reiken en schrapen dat uiteindelijk het uiteinde van de lont heel even de mat aanraakt. Zoals de wielen van een vliegtuig dat zijn landing afbreekt en doorstart, omhoog weer, en rap ook, tot je weer die kaars bent, de lont fier omhoog. Dan de knieën weer terugvouwen naar de borst, vervolgens met een ronde rug afrollen, de voeten weer plat op de mat. Airplane heet de oefening. Een jaar geleden veroorzaakte ik steevast crashes: was het niet een geknakt vliegtuig in de lucht, dan wel een vrije val op de baan, van doorstarten was al helemaal geen sprake. Nu voor het eerst drie keer zonder neerstorten en zonder ongelukken in de lucht gracieus geland en zelfs anderhalf keer zonder fout na een lichtvoetige tip weer omhoog. Kon kunstmatige intelligentie ons binnenkort laten vliegen? Februari draait de vraag om: ‘Ontwikkelt kunstmatige intelligentie straks zelf eigen dromen en verwachtingen van de toekomst?’ Dat hangt, zegt Februari, er maar vanaf aan welk lichaam die intelligentie gekoppeld is. ‘Plug je kunstmatige intelligenties in de levenservaringen van de mensheid, dan komen ze met andere toekomstdromen dan als ze worden gevoed door het leven in de oceaan of van varkens in megastallen.’ Met andere woorden: ook hypermoderne technologie ontslaat ons er niet van te weten wat we van de toekomst willen. ‘En dat wisten we nu juist niet meer, daarom stonden we op onze sokken op het vliegveld.’ We kunnen niet verwachten, aldus Februari, dat technologische vooruitgang vanzelf wel zorgt voor technologische vooruitgang. ‘Willen we vooruit, dan zullen we zelf in beweging moeten komen.’ Ik voelde me plotseling lekker op weg naar de toekomst.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.