Iedereen verkneukelt zich deze dagen aan de grote misdaad. Het is fijn kneukelen als de grote boef achter de tralies zit en je zelf lichtjaren verwijderd bent van de cirkel van slachtoffers. Televisie, internet en kranten voeren iedere dag nieuwe brokjes met wat de een zegt, wat de ander ontkent, wat de ander zegt, wat de een ontkent. Maar voor je eigen, dagelijkse leven heb je er niks aan. Daarvoor moet je literatuur lezen. In Krimp van Justine le Clercq zegt hoofdpersonage Lina:
‘Als je wordt aangevallen, kijk ze in de ogen! Blijf fier rechtop staan. Voer de opdrachten rustig en zelfverzekerd uit. Noem je voornaam. Zeg: ‘Wat moet dit moeilijk zijn voor je om dit te doen.’ Zeg dat je dochtertje morgen jarig is. Dan word je een mens, dan blijf je een mens. Een overvaller wil geen mens zien! Dat is voor iedere overvaller een ramp, dat is niet te doen, dat is vreselijk voor ze.’
Een crimineel heeft liever een slachtoffer dat als slachtoffer reageert.
‘Wie […] tijdens een inbraak of overval gaat gillen, krijgt een theedoek in zijn mond gepropt, en wie gaat huilen een trap in zijn maag.’
Lina wijst nog wel even op het verschil tussen de psychopaat en de crimineel.
‘De psychopaat maakt het niets uit hoe je reageert, je bent niet meer te redden, je bent hoe dan ook de lul.’
Ook alle andere zinnen in dit boek zijn heel erg raak.