Brexit

Een berichtje via LinkedIn uit een vorig leven. Ja, ik herinnerde me hem nog. Hij was nog actief in de sector, bij een andere club, iets met EU en nog wat, in Londen. ‘We’re about to relocate to the Netherlands in the wake of Brexit,’ schreef hij, en wees me op een Europese bijeenkomst van zijn organisatie binnenkort in Den Haag. Ik dacht aan de Britse politici die ogenschijnlijk zonder haast hun rondjes cirkelden op de Brexit-rotonde in de hoop een afslag te vinden die hen wél beviel. Ondertussen was er in het echte Britse leven veel haast en zocht alles wat EU was, en ook wat niet EU was én de mogelijkheden had, zijn heenkomen. Ja, je hoorde heus nog wel eens een Brit roepen hoe ‘great’ het zou gaan worden vanaf 2019, maar wil je snappen hoe het zit, stop je oren dicht en tel de Britse delegaties op Schiphol die door Nederlandse burgemeesters en wethouders met tulpenkransen worden ontvangen, tel de verhuiswagens op de boot tussen Dover en Hoek van Holland, zie de Nederlandse wervingscampagne voor honderden nieuwe douaniers en voedsel- en wareninspecteurs, een bericht dat door de Britse krant The Guardian werd opgepikt, evenals het rekensommetje van onze eigen Pieter Omzigt: als wij er al 750 extra nodig hebben, dan de Britten enkele duizenden. Toonbeeld van Europese samenwerking: lukt het de Britse parlementariërs even niet hun werk te doen, dan zijn de Nederlandse niet te beroerd een to-do-lijstje ten behoeve van de Europese burgers aan de andere kant van de plas op te stellen. Ik dacht aan een bureautje, een reisbureautje gespecialiseerd in het post-referendum Verenigd Koninkrijk, dat op slechts een armlengte afstand – prima te doen in een weekend of een midweek, ook heel geschikt voor teambuildingbedrijfsuitjes – avontuurlijke reizen aanbood met spannende grenspassages ‘zoals heel vroeger’ en ritten langs de grootste rampplekken: spookachtige kantoorkolossen in de steden en loodsen ter grootte van een paar voetbalvelden met in de wind deinende gevelplaten op het platteland waar ooit iets Europees zat, iets Brussels, of iets wat erg afhankelijk was van Europa, van de rest van de wereld, bijvoorbeeld van im- en export, van personeel, hooggeschoold, laaggeschoold. Behalve rampspoed was er natuurlijk ook rust en ruimte. Steeds meer. En de voormalige zakenhotels wilden maar wat graag hun leegstaande kamers tegen spotprijzen aanbieden. Dat compenseerde de hoge verblijfskosten veroorzaakt door het dure geïmporteerde voedsel al werd het Britse pond steeds voordeliger. Had ik geen trek in zo’n reisbureautje, dan kon ik in eigen land wat gaan investeren, en speculeren op prijsstijgingen. Die Britten en andere Europeanen die daar met miljoenen werkten wilden best de plas oversteken, met het bedrijf mee verhuizen, maar dan wel graag naar een plek waar iedereen ze verstond én bij voorkeur niet opnieuw naar een land met een halfslachtige EU-status zoals de Denen en Zweden met hun eigen munt. Juist ja, daar was er maar één van.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.