Vanwege de actualiteit verzint R om de paar dagen een nieuw bedrijf. De laatste aanwinsten op het bedrijvenpark in zijn hoofd zijn: een belastingtelefoon met loepzuivere antwoorden; een demonstratieorganisator met als eerste klus een massademonstratie tegen de bezuinigingen op de arbeidsgehandicapten; een maatjeshulp die standaard meegaat naar zorginstellingen, overheidsbalies en andere plekken waar mensen nogal eens in het bos verdwalen, om dat te voorkomen dus. Wat al loopt is zijn hulp aan een Oegandese jongen. Op Facebook krijgt hij dagelijks verzoeken van arme jongens uit Azië en Afrika. Hij is gewoon maar eens met één knul begonnen. Net zoals in Nederland hangt ook in het leven van een Oegandese jongere alles met alles samen. Heb je geen geld, dan heb je geen eten, geen onderdak. Wil je aan geld komen dan moet je werken, wil je werken dan moet je een opleiding hebben. Wil je een opleiding dan heb je geld nodig. Gelukkig vliegt geld tegenwoordig even vlot van ING naar RABO als van Europa naar Afrika. Gisteren gaf de jongen R een kijkje in de Kampalese garage waar hij met zijn opleiding is gestart. Na de tour binnen draaide hij zijn telefooncamera naar buiten, naar de ongeplaveide straat. ‘Kijk,’ zei hij, ‘en hier repareren we de auto’s.’