Om 8.40 uur een pakjesbezorger bij de overburen. Korte spijkerbroek, poloshirt in het blauw en oranje van PostNL. Hij belt aan, wacht, loopt naar het keukenraam, kijkt, loopt terug, kijkt door het glas naast de voordeur, wacht, scant met een apparaatje dat in een houder aan zijn riem hangt de barcode op het pakje. Het bestelde is niet groot, het past in een zak, misschien een paar t-shirts, een broek. Hij opent de brievenbusklep en begint de zak door de opening te duwen. Zijn billen schudden heen en weer terwijl hij centimeter voor centimeter de zak door de brievenbus geleidt. Misschien is hij nog een van de zelfstandige pakketbezorgers, stukloon in plaats van uurloon, en dan wil je voor geen goud nog eens terug moeten komen, voor geen zilver het pakje bij een van de buren aanbieden. Vier minuten heeft dit grapje geduurd, hij loopt terug naar zijn bus die wit is en zonder logo of letters, de brievenbusklep staat nog een beetje open. Hij stapt in zijn bus, rijdt vijftig meter verder de straat in. Ik hoef niet te kijken waar hij moet zijn, het huis op de hoek, daar rijden de bezorgbussen af en aan. Doet me eraan denken dat ik vandaag ook een pakje krijg. Maar dat komt met een geelrood DHL-autootje, misschien wel die geelgroene elektrische. Bij DHL is iedereen weer in loondienst, las ik. Nu wij allemaal nog een grotere brievenbus.