De stad uit

Ik schreef Zuid-Laren op het briefje met het volgende overnachtingsadres, maar dat was natuurlijk niet goed, dat streepje. De mevrouw van de receptie wees me terecht, maar desondanks was ze nog steeds bereid onze bagage na haar werk die kant op te brengen, Zuidlaren, daar woonde ze. Met bellen kom je een heel eind. Bijna iedere hotelier of b&b-eigenaar weet wel een mouw te passen aan mijn verzoek. We lopen de stad uit. De stad is altijd lastig, veel wegen, veel lantarenpalen en verkeersborden, waar zijn de witrode markeringen. We lopen langs een kanaal, rechts een school. Ook al is het nog maar half elf, het schoolplein is vol kinderen, er tettert muziek, er is een podium, dansende juffen, slingers. Laatste schooldag. Kinderen leren tegenwoordig al vroeg in stijl afscheid te nemen. We passeren later deze week dorpsschooltjes waar banners hangen met daarop de namen van de drie of acht kinderen waar de school dit jaar afscheid van neemt. We zien banken die door kinderen van groep acht uit een voorbij jaar aan de school zijn geschonken. Dan houdt de stad op en zijn er enorme plassen waarop wordt gevaren en waarlangs wordt gefietst en gewandeld. Als we voorbij het plaatsje zijn waar een paar jaar geleden zo’n ophef over was nadat een meisje op Facebook per ongeluk de hele wereld voor haar feestje uitnodigde begint langzaam het zand. Met het zand komen de bomen, de bossen, de kleinere boerderijen die zich omringen met bomen, hier en daar wat vee, schrale grond. Schaduw, dat vooral.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.