De weerapp op mijn telefoon zegt dat de zon om 7.25 uur op is. Daarom gaat wekker om kwart over zeven. Ik was me snel, kleed me aan, draai in de keuken een sleutel om, beweeg een hendel omlaag en schuif de pui open. Ik ga zitten op het randje van het terras, mijn voeten op de tuintrap. In een buurtuin rechts een hoge tweetonige roep van een kleine vogel: hoog-laag-hoog-laag-hoog-laag-hoog, pauze. Op mijn telefoon tik ik op www.vogelgeluid.nl ‘koolmees’ in, de meest voorkomende kleine vogel hier. Raak. Later zie ik ze ook, twee koolmezen in de sering van de buurvrouw. Twee kauwen vliegen laag over. Iets later hoor ik ze: een korte, harde toon, geen variatie. ‘Explosief “ka”‘, schrijft de Vogelbescherming. Handig geheugensteuntje. Hoog over vliegen ganzen, dat geluid ken ik. Maar welke van de dertien die Vogelbescherming.nl ophoest, zijn het? Ik gok grauwe ganzen, het is nog geen winter. Dan een ekster. Die zie ik niet, maar ik vermoed het. Op Vogelgeluid.nl hoor ik een vergelijkbaar krassend, schor mitrailleursalvo van vijf, zes, zeven, acht kogels en dan even pauze. Ik sta op en ga achterin de tuin staan. Een roodborst landt op de rand van de schutting met een takje in de bek. Die zegt natuurlijk niks, maar op Vogelgeluid.nl hoor ik prachtige riedels. ‘3 à 4 seconden pauze tussen de klaterende strofes, waterig en vlug, langs de hele toonladder,’ schrijft Vogelbescherming, ’tikkende roep.’ Vijf vogels in een uur. Tijd voor ontbijt.