De baniervlaggen zijn makkelijk. Je haalt de oude vlaggen van de vier witte masten en schuift de nieuwe door de banieruithouders en iets lager door de oogjes en dan heet het benzinestation al een klein beetje anders. Nog niet zo lang geleden hingen hier gewone vlaggen, gewoon: als in de zin van de vlaggen die gewonen mensen buiten hangen op Bevrijdingsdag en Koningsdag. Bij harde wind waaiden de gewone vlaggen van het benzinestation aan flarden, bij weinig wind kon niemand lezen wat erop stond. Bij de laatste make-over van dit benzinestation op een paar steenworpen van ons huis, misschien een jaar geleden, kwamen er baniervlaggen. En nu wordt alles weer anders. De mannen van het reclamezuilen- en beletteringsbedrijf zijn inmiddels bezig banden vast te maken aan de enorme zuil die in de berm tussen het fietspad en de rijbaan staat en het zicht op de zebra wegneemt. ’s Avonds is de zuil met veel blauw boven en daaronder een strook wit en helemaal onderaan een laag appeltjesgroen – als was dit benzinestation de aarde zelve – verlicht. Om de prijzen in rode wekkerradiocijfers te veranderen hoeft niemand langs te komen, dat gebeurt via de draden in de grond waarvan ik de kastjes kan zien zodra de mannen het ding omhoog hebben getakeld. Ze zetten oranje pionnen rond het gat en spannen roodwit lint en vertrekken met de zuil op hun enorme kar en komen vandaag niet meer terug. Op alle pompen prijkt nog de naam van de Griekse reus met honderd ogen en ook de brede rand van de overkapping is nog in zijn kleuren. De Argos-eigenaar begon ooit in mijn geboortestreek: Klein Duimpje in gigantenland. Volgens R zijn de betaalzuilen ook al aangepast. Die kan ik vanaf het trottoir waar ik met mijn boodschappen wandel, niet zien. Wat nu al langzaam meedraait met de wind zijn de nieuwe baniervlaggen, lange stroken die niet kapot lijken te kunnen. Ze laten zien wat het gaat worden: vuig blauw met over de volle lengte uitgesmeerd rode omvallende hoofdletters. Ooit was de eigenaar van die omvallende letters in opspraak vanwege banden met het Libië van Moammar Khadaffi. Ik kantel mijn hoofd een kwart slag en lees LIOMAT.