Eend

Eerst waarnemen. Dat gaat fantastisch met de nieuwe verrekijker. Vanaf deze kant van de plas kan ik zelfs de balkons van de witgepleisterde appartementen langs de boulevard aan de andere kant van het water haarscherp zien. Maar die zijn niet interessant. Op het water veel vogels. De meerkoeten ken ik, daarnaast veel eenden. Dankzij de verrekijker kom ik verder dan het vage ‘eend’. Er zijn eenden met een roodbruine kop, een donkere borst en een grijs laken om het lijf, er zijn eenden die hun zwarte kop in hun zwarte verenpak op de rug hebben gestoken. Daaronder een opvallend witte buik. Vervolgens thuis de Veldgids Vogels van Europa openslaan. Die met die roodbruine kop is een tafeleend, die met die opvallend witte buik moet wel een kuifeend zijn, al heb ik dat gele kraaloogje en dat grappige kuifje op het achterhoofd niet kunnen zien. Tot slot de fonkelnieuwe Vogelatlas van Nederland op schoot tillen en de enorme bladzijden omslaan. Die tafeleend die ik net in flinke aantallen op de plas zag dobberen is helemaal niet zo algemeen als ik denk. Er zijn in Nederland rond de 2000 broedparen die in de winter worden aangevuld met overwinteraars uit onder andere Scandinavië. De kuifeendpopulatie doet het beter en is zeker tien keer zo groot als de tafeleendpopulatie en ook hier komen in de winter flink wat overwinteraars bij. Allebei kunnen ze er slecht tegen als er te veel meststoffen in het water zitten, waardoor algen de overhand krijgen en de zuurstof op raakt. In deze plas konden we de hele zomer zwemmen, ondanks de hitte geen enkele dag blauwalg. Wij mensen zagen dat op een website en op een waterkwaliteitbord bij het strand. Hoe die overwinterende eenden dat zonder internet en lezen doen, weet ik niet, maar ze weten het. Ze zijn van heinde en verre gekomen en eten hun winterbuik vol. Ik zag ze.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.