‘We zijn wel van bed gescheiden,’ zei de man met de bruingrijze poedel op het perron, ‘maar niet van tafel.’ Schuin achter hem bouwden mannen in gele werkjassen met steigerpijpen tijdelijke trappen naar de perrons. Met de tijdelijke lift waren ze gisteren al bezig. ’s Avonds laat reageerden de schuifdeuren al niet meer op de mensen. Een vrouw trok aan de schuifdeuren en toen konden we er toch door. Het is bijna kerstvakantie en dan zal het stationsgebouw, of wat er nog van over is, dichtgaan voor een van de grote verbouwingen. Altijd als de kantoorforensen en de scholieren onder de kerstboom of op een Franse camping zitten, gaan bouwvakkers op en rond het spoor aan de slag. Deze mannen komen uit Twente, de voorbereidingen zijn al zeker een half jaar bezig, iedere dag is er wel iets weg of anders. Alle glas is vervangen door houten platen, de overkappingen op de perrons zijn al nieuw, bij de metro zijn ze helemaal weg, zelfs het dak tussen de twee muren is helemaal weg, de poortjes zijn weg, er staan weer losse incheckpalen. Toch hoef ik nooit door de troep te lopen, er wordt heel netjes gewerkt, alle materialen worden gescheiden afgevoerd. Waarom de rookpalen op de perrons zijn teruggeplaatst is een groot raadsel.