Veel vogels vandaag. Ondanks de felle wind is de kou uit de lucht. Ik heb nog vier pindanetten, drie vetbollen en één vogelpindakaaspot. Ik zal snel moeten zijn wil ik alles opkrijgen voor de lente aanbreekt. Ik hang twee nieuwe pindanetjes op en één nieuwe vetbol. De zaden in de silo van het vogelvoederstation zijn weer iets meer in trek dan in de koudste dagen. In de kast ligt nog een volle zadenzak. De trucs met de koffie en de peper die in de zomer een poosje als kattenafschrikking werkten, hebben in deze natte tijd geen zin, de kat(ten) hebben de border links van de vijver inmiddels flink volgescheten, moeite om de boel te begraven doen ze niet. De drollen zijn zo dik als Cubaanse sigaren en net zo onvergankelijk als plastic. Soms overweeg ik de aanschaf van een nachtcamera. Ik leg een net dat ik weleens gebruikt heb om de vogels weg te houden bij frambozen en aardbeien over de geteisterde aarde. Voor de vogels is het vervelend, die kunnen nu niet op zoek naar wormen en insecten, en natuurlijk is er de kans dat de katten uitwijken naar de rechterborder. De clematis, die met die wintergroene lange bladeren, zit al vol lichtgroene beloftes, klaar om zich open te vouwen en haar witte stervormige pracht te tonen. Tegen die tijd zal ook de koffie en de peper weer werken.