Ziekenhuisindrukken

1. ‘Dit plein is rookvrij’ staat er op een bord aan het begin van het voorplein. Er is een brede hemelsblauwe streep tussen trottoir en plein geverfd en voor wie dat gemist heeft zijn verderop her en der witte opbeurende vinkjes temidden van datzelfde hemelsblauw op tegels geplakt met daaronder de tekst ‘rookvrij’. Om het plein op te komen moet ik langs een man die zich met zijn infuusrek en een brandend shaggie tussen zijn gele vingers op de uiterste bloembakrand heeft geposteerd, binnen de blauwe lijn, aan de rookvrije kant van het plein dus dat nu niet meer rookvrij is. Was ik een handige Willy Wortel, peins ik al lopend over al dat hemelsblauw, dan zou ik flink geld kunnen verdienen aan een ruimtevaartachtige helm met een luchtwasser in de rugzak, want die kant gaat het natuurlijk op. Maar welke zekerheid heb ik dat VVD en PVV iedere bewezen effectieve maatregel tegen sigarettenverslaving blijven blokkeren? Principes zijn alleen grappig zolang ze stemmen opleveren.

2. Achter de draaideur twee korte roltrappen die een halve verdieping overbruggen. Ik moet mijn best doen om uit de stroom te ontsnappen en links de brede natuurstenen trap te bereiken waar bovenaan in hetzelfde natuursteen vierkante kubussen liggen zoals je die ook wel ziet voor gebouwen waarvan de AIVD denkt dat er mensen met een tank naar binnen willen rijden. Ik moet even wachten voor mijn nummer om me in te schrijven aan de beurt is en daarom benut ik de tijd om het schopje uit mijn lopen te krijgen. Mijn buig- en strekjuf was dat schopje opgevallen en zei dat het, behalve inefficiënt, ook niet goed is voor de knieën. Dus oefen ik door vanuit stilstand mezelf met gestrekt lijf voorover te laten vallen, net zo ver tot ik vanzelf een stap zet en nog een stap en nog een en dan maak ik dat schopje niet. Al vallend kom ik zo weer tussen de stroom roltrapmensen en nu pas zie ik dat zij praktisch tegen een gigantische wand vol Ferrero Rocher’s en Merci’s en glazen snoeppotten vol Engelse drop, dropsleutels en zoete en zoute drop worden gespuugd; bewegen ze het hoofd een paar graden naar rechts waar ze alle tijd voor hebben omdat ze toch stilstaan op die roltrap, dan zien ze zwetende saucijzenbroodjes onder een gloeiende lamp. Op sociale media schijn je, afhankelijk van wat je zoal zoekt en leest en post, compleet verschillende dingen voorgeschoteld te krijgen en daar was even heel veel media-ophef over. Ik zou willen dat mensen hier heel verontwaardigd over zijn. Ik als traploper kom langs saaie informatiefolders!

3. Aan het einde van route 30 meld ik me bij een verpleegkundige aan een loket. Achter haar een werkruimte waar een collega net enorme taartpunten uit een grote doos uitdeelt. De grote Aziatische jongen die zich na mij aan het loket meldt, zegt ‘eet smakelijk’ tegen de verpleegkundige omdat er naast haar muismat inmiddels een hazelnootpunt staat.

4. Ik moet een vragenlijst invullen en mag dat doen aan tafeltje met een scherm en een toetsenbord en een muis rechts van dat toetsenbord. Ik probeer met de Enter- en de pijltjes-toetsen langs de invulvakjes te hoppen – ik heb niet voor niks cursussen ‘gezond ergonomisch werken’ gevolgd, ik heb ook niet voor niks met tien vingers leren typen –, tevergeefs. Dus pruts ik als linkshandige met die rechtermuis vinkjes in hokjes, waardoor de verpleegkundige die even later mijn bloeddruk, lengte en gewicht meet, denkt dat ik medicijnen gebruik.

5. Op de terugweg van route 30 naar de uitgang zie ik net na de inschrijfbalies een klassieke snoepautomaat, ik kijk ernaar alsof ik een Trabant zie: bovenin Marsen en gevulde koeken, onderin cola, Fanta, zowel de light-versie als die met twintig suikerklonten. 

6. Langs de informatiefolders en de anti-terrorisme kubussen loop ik weer de trap af en wandel het rookvrije voorplein op. De man met het infuus is weg, nu zit er een vrouw met haar ene arm om haar buik en haar bovenlijf daar zo ongeveer overheen geklapt, in haar vrije hand een sigaret. Later op de website lees ik dat het ziekenhuis trots is op het rookvrije voorplein, maar dat het niet zelf gaat handhaven, dat we dat samen doen.

7. Ik moet niet vergeten, prent ik mezelf in, dat dit een ziekenhuis is, geen gezondheidshuis.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.