Schoffelmes

Ik parkeerde mijn auto achter de witte bus van mijn broer. Zelf stond hij vijftig meter verderop voor de geopende schuurdeuren met een slijptol in zijn handen. Met kleine bewegingen schoof hij de slijptol over een V-vormig schoffelmes dat in een draagbare werkbank geklemd zat. Ik keek op gepaste afstand naar de vonkenregen en naar mijn broer in zijn groene overall en met een leesbril op zijn neus. Zijn bril heeft een stevig zwart montuur. Het zag er intelligent en stoer uit. Achter mijn broer stond de witte David Brown waar ik een eeuwigheid geleden met de rode Ursus achterop ben gereden omdat niemand me verteld had waar de rem zat. Gelukkig stond de David Brown die eeuwigheid geleden niet op de handrem en rolde hij met zijn neus in de bek van de combine. Tevreden stelde ik vast dat de lichte verkreukelingen en lakschade van dat incident de tand des tijds hadden doorstaan. Voor de neus van de David hing een schoffelmachine met nog meer messen die geslepen moesten worden. Mijn broer zette de slijptol uit. Ik liep naar hem toe, we kusten elkaar.

Ik wees naar de witte trekker: ‘Wat fijn dat ie het nog altijd doet.’ Mijn broer dacht niet dat de boeren die de afgelopen tijd honderden kilometers over de snelwegen hadden gereden nog zulke trekkertjes hadden. Of schoffels. Nou ja, misschien hadden ze ze nog wel ergens achterin hun schuren, maar gebruiken deden ze ze niet meer. ‘Dat loont niet,’ zei hij. Hij bedoelde dat wie honderdvijftig of tweehonderd of driehonderd hectare te bewerken heeft, niet meer de tijd heeft om een paar keer over al die hectares te rijden met een lichte trekker – want hoe luchtiger de grond blijft hoe blijer de wortels – en een schoffelmachine – om wel het onkruid weg te halen maar niet het bodemleven. ‘Die grote mannen spuiten één keer en klaar.’

Mijn broer zegt het vaak: je kunt schaalvergroten, maar de seizoenen rekken niet mee. Alleen als de gewassen rijp zijn en het weer goed, kun je oogsten. Alleen als het land niet nat is, kun je zaaien. Alleen bij windstil weer mag je spuiten. De boer met tweehonderdvijftig hectare beschikt niet over vier keer meer zonnige, droge, windstille dagen dan de boer met zestig hectare.

Natuurlijk helpen grotere en snellere machines en methodes en is de Rabobank maar wat graag bereid om een lening van een half miljoen aan zo’n grote boer te slijten om al dat indrukwekkends aan te schaffen. Maar er is altijd een keerzijde. De zware trekkers en machines vernietigen de bodem en het bodemleven omdat ze ook op dagen dat het land veel te nat is, er overheen móeten: de aardappels mogen niet verrotten, de bieten moeten geleverd. Door de druk gaan drainagebuizen kapot en ontstaat er een betonplaat in het land waarop regenbuien stuklopen en wortels tevergeefs een doorgang zoeken.

In plaats van mechanische onkruidbestrijding spuiten ze niet alleen tegen schimmels of ziektes maar ook tegen onkruid en omdat ze geen tijd hebben om te wachten op die windstille dag omdat er nog tweehonderd hectare wacht, spuiten ze ook op dagen dat de boel verwaaid. Dat kan prima, de NVWA heeft zo weinig personeel dat de pakkans nihil is. Maar omdat je bij windkracht vier niet goed weet of er wel voldoende op het gewas komt, stop je voor de zekerheid meer bestrijdingsmiddel in het spuitwater. Zo zijn ze in één keer klaar, maar ze verzwakken zo ook hun grond en hun gewassen.

Ik liep met mijn broer naar de keuken. Hij zette thee voor mij en koffie voor zichzelf. We kletsen wat, hij stond voor lastige keuzes, hij niet alleen, zijn hele gezin. Natuurlijk had hij ook last van de grillige regelgeving van de overheid: je kocht een nieuwe sproeikar niet om hem na twee jaar weer af te schrijven. Maar zijn zorgen lagen op een ander vlak, op dat van ziekte en zorg en hoe dat te regelen en waar je goed aan deed. Praten was goed, dan bleven de ideeën niet rondmalen, maar kregen ze vorm en kon er ook nog eens een heel ander idee overwogen worden. Na een klein uur liepen we weer naar buiten. Ik ging naar zijn vrouw die vanwege het gips om haar rechteronderarm even op een zorgplek zat een dorp verderop, hij ging verder met het slijpen van zijn schoffelmessen. Droogte was nog niet voorspeld.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.