Bij de oosterburen

Het was bij onze oosterburen niet anders dan bij ons. Ook de Müncheners hadden afgelopen weekend nog massaal op de terrassen gezeten in een aangenaam voorjaarszonnetje, waarna de horeca dichtging, en ook zij hamsterden wc-papier, conserven, rijst en pasta. In Berlijn was het al niet anders. Zelfs bij de Bio Laden waar alles twee keer zo duur is dan in een gemiddelde supermarkt, waren de schappen leeg. Onze vriendin die met een van de laatste vluchten uit Engeland was teruggekeerd naar de Duitse hoofdstad vroeg aan een medewerker of de winkel dicht moest. Hij begreep haar niet. Ze wees op de enorme gaten in het winkelgebit. ‘Ooh,’ zei hij, ‘om zes uur ’s ochtends is alles vol, maar dan komen de mensen.’ Ik vroeg haar hoe het in Engeland was. Daar deden de mensen nog verrassend luchtig, zei ze, al scheelde het dat de Engelsen van nature niet zo van het handen schudden zijn. Ondertussen lagen haar broer en neef die allebei voor een cruisemaatschappij varen, voor anker in de Atlantische respectievelijk de Indische Oceaan. Zonder passagiers. Op het cruiseschip van de broer hielden 530 medewerkers de boel draaiende. Wekelijks komt een bevoorradingsbootje langszij. Doel van de rederij is om het schip virusvrij door de crisis te krijgen, zodat het niet ontsmet hoeft te worden zodra de toeristen weer gaan komen. ‘Ik ben benieuwd hoelang ze dat vol gaan houden,’ zei ik.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.