Zelf doen

De cellosnaren lagen slap op de toets. Het kwam door de warmte, de lentezon, de temperatuurwisselingen waar zo’n cello slecht tegen kan. Afgelopen zomer na de vakantie had ik voor het eerst zo’n euvel, toen alleen met de A-snaar. Zonder enige kennis van zaken was ik aan de grote stemknop net onder de krul gaan draaien waarna de snaar was gebroken.

Ik vroeg mijn docente om advies. Ze stuurde me een serieus grappig YouTube-filmpje. Beleid, daar ging het om. Het was zaak om met één hand de brug stevig vast te houden en tegendruk te bieden en met de andere hand de stemknop met hele kleine stukjes aan te draaien. Of eigenlijk: in te draaien. De stemknop heeft een taps toelopend schroefdraadeinde dat met enige druk in de houten gaten van de brug klem moet komen.

Ik sloot de koffer en nam de cello van mijn werkkamer boven in huis mee naar de voormalige garage helemaal beneden waar de temperatuur relatief stabiel en koel is. Daar nam ik de cello weer uit de koffer. Eerst schoof ik de staartpin ver uit om de stemknoppen op de hoogte van mijn handen te brengen. Daarna draaide ik de zwarte fijnstemknopjes aan de benedenzijde van het staartstuk zo ver mogelijk los; dat trucje had ik afgekeken van de vioolbouwer toen hij de gebroken A-snaar verving en later, toen hij de C- en G-snaar verving door betere snaren. Vervolgens zette ik de stemapp op mijn telefoon aan en legde ik de strijkstok op de stoelzitting.

Ik begon met de A-snaar en draaide met hele kleine draaitjes tot er weer spanning op de snaar stond. Toen pakte ik de stok, streek over de snaar, keek naar het stemapparaat, legde de stok weer neer, draaide weer een heel klein slagje, weer de stok, kijken, slagje, stok, kijken, net zolang tot de A op mijn telefoon groen kleurde. Daarna begon ik met de D-snaar, enzo verder, maar toen ik eindelijk bij de C-snaar kwam, waren alle voorgaande snaren alweer verschrikkelijk ontstemd. Ook de kam stond niet meer helemaal plat op het bovenblad, als ik met de stok streek trilde er van alles.

Ik begon te denken dat ik dit misschien wel nooit voor elkaar zou krijgen, dat ik er beter aan deed het instrument in de koffer te doen, de koffer in de auto te leggen, naar mijn docente te rijden, daar de koffer voor de deur te zetten, afstand te nemen, waarna zij de deur zou opendoen om de koffer naar binnen te dragen, haar lesruimte in. Daar kon ze ‘m stemmen, weer in de koffer doen, de koffer voor de deur zetten, waarna ik ‘m zou meenemen naar de auto.

Ondertussen had ik de C-snaar min of meer op orde en ging ik weer terug naar de G-snaar. Ik begon door te krijgen dat de lage snaren minder makkelijk veranderen onder invloed van het gedraai aan de hogere snaren dan andersom. Zo ging ik verder. De A-snaar was het engst, bij iedere minieme draaiing van de stemknop hoorde ik het piepen en kraken. Maar ik moest nu niet bang zijn, gewoon doorzetten, er werd op andere plekken in het land en de wereld vele malen harder doorgezet.

Toen alle snaren min of meer in hun goede bereik zaten, finetunede ik iedere snaar met de kleine stemknoppen. Ik schoof de staartpin een stukje in, pakte de stok, ging zitten, draaide wat aan de cello tot die goed tussen mijn benen stond en begon te strijken. Ik draaide nog een klein beetje aan de kleine zwarte knopjes, soms iets strakker, soms iets losser, tot iedere snaar een klank voortbracht die mijn telefoonscherm groen deed kleuren.

Ik streek een paar keer van hoog naar laag en van laag naar hoog, wat net nog een morsdood vogeltje leek, zinderde nu van vreugde. Ik zinderde net zo hard, glimlachte breed, dat voelde ik aan mijn wangen. Ik besloot een oud liedje op te zoeken. Schillers Ode an die Freude, opgenomen in Beethovens Negende Symphonie als koorfinale, sinds 1985 volkslied van de Europese Unie. Oefenen, oefenen, misschien kon ik het straks vanaf het balkon voor de straat spelen. Een mini-bijdrage aan het goede gemoed.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.